Regelmatige lezers van deze blog weten dit natuurlijk: ik schenk regelmatig belangstelling aan nog bestaande oude feest- en danszalen. Om te beginnen zijn er vandaag de dag niet zo heel veel intakte exemplaren over. En dan spreek ik in het algemeen voor de meeste landen waar ik de afgelopen tijd kwam, niet alleen voor België. Ergens, in de loop der tijd, ben ik dat ook normaal gaan vinden. Een dans- of feestzaal is een utilitaire ruimte, één die ergens toe dient en in sommige gevallen zelfs een economische functie heeft. Bovendien gaat het vaak om grote percelen grond die zich in het hart van een stad of dorp bevinden. Stelselmatig op plekken die vandaag economisch onder druk staan, bvb om bijkomende woonruimte te creëren. Wanneer de economische baten niet meer opwegen tegen het sociaal – culturele gebruik dat van zo’n ruimte wordt gemaakt, duurt het doorgaans niet lang of ze wordt gesloopt en vervangen door iets anders.
Dat gebeurde overigens al in de economische eeuw bij uitstek – de 19de eeuw – aan de lopende band. Een danszaal bestond toen vaak maar een jaar of 5 in de dezelfde vorm of met dezelfde eigenaars of onder dezelfde naam. De echt grote kaalslag van oude danszalen vond trouwens tijdens het interbellum plaats, toen de cinema de danszaal verdrong als populairste entertainment ruimte. Niet zelden werd daarbij het oude interieur compleet gesloopt om plaats te bieden aan meer zeteltjes en een groot wit projectiescherm. Om al die redenen vind je vandaag slechts heel zelden een intakte danszaal terug in stedelijk gebied en wel wat vaker in dorpen.
Zaal Cecilia is in die zin geen uitzondering. Toen ze in 1881 werd gebouwd bood ze onderdak aan een toneel- en een muziekvereniging Sint-Cecilia. Die bestond al veel langer, sinds 1839 naar verluidt, toen 42 Hoogstraatse notabelen en beoefenaars van vrije beroepen de Koninklijke Toonmaatschappij Sinte-Cecilia oprichtten. In 1851 kwam daar ook nog een toneelmaatschappij bij. Beide afdelingen mochten tot 1881 gebruik maken van de raadszaal van het stadhuis, toen enkele enge kerkvorsten het welletjes vonden en via hun politieke connecties de burgers de wacht lieten aanzeggen.
Tot een paar jaar geleden bleef de oorspronkelijke toon- en toneelvereniging naarstig actief. En zoals ik hierboven al aangaf, is het, wanneer zulks gebeurt, daarna vaak afgelopen met een oude feestzaal. Zeker op een dergelijke plek in het Hoogstraten van vandaag. Maar niet zo in dit geval. Een groep vrijwilligers zorgde ervoor dat de zaal een nieuw leven ingeblazen kreeg. Bij deze dus een warme oproep: al wie een zaaltje met karakter wil huren in Hoogstraten, aarzel niet. Het is een unieke locatie met een heus bal-balkon boven de bar. Een beetje zoals in de Floreal in Herent die ik recent hier besprak. Er ligt bovendien een perfecte houten dansvloer die uitermate geschikt is voor het lichtere benenwerk.