Een paar weken geleden op autovrije zondag in Brussel (dat is een feest, geloof me) toevallig (of ook weer niet) binnengewaaid in het museum voor kostuum en kant. Kleyn maar feyn museum, vlakbij de Grote Markt. Onberispelijk in meertaligheid, vriendelijkheid en, zo blijkt, tentoonstellingen.
Als een modemuseum ergens, ooit, crinolines tentoonstelt, moet je de gelegenheid ten baat nemen. Crinolines zijn zoals middeleeuwse verluchtigde handschriften: meestal zitten ze veilig opgeborgen. Ze komen maar eens in de 50 jaar naar buiten. Dat komt omdat ze enorm kwetsbaar zijn. Licht en lucht, enfin, mensenhanden tout court, zijn de grootste vijand voor zei en katoen van een eeuw oud of meer. Mijn laatste crinoline tentoonstelling was in Parijs ‘Les Impressionistes et la Mode’ in Quai d’Orsay. Een meesterwerk van een tentoonstelling, waarover ik uitgebreid berichtte.
Zo ver gaat het hier niet, maar de opstelling is meer dan de moeite waard. Vergeet ook vooral niet de prachtige balwaaiers te bewonderen. De mooiste exemplaren liggen ergens listig verborgen in een ladekast op een overloop van de tweede verdieping. Gewoon opentrekken die handel! En bewonder het vakmanschap.
Loopt nog tot 10/04/2016.