Recent was ik in London. Een korte citytrip en zoals steeds op reis, hield ik oren en ogen open voor geruchten over danszaaltjes of oude theaters. Via een spontaan gesprek op café kwam ik op het spoor van Wilton’s Music Hall. Een korte zoektocht op het internet (leve wifi!) leverde meteen een fantastische website op en een eerste mailcontact met de vraag of ik even mocht langskomen. Geen reactie. Ook niet na dagen wachten. Dus trok ik mijn stoute schoenen aan en er op af.
Eén van de fascinerende trekjes van Londen’s straatbeeld is ongetwijfeld de bebording. Je kunt je nergens om je as draaien zonder ten minste of een straatnaambord, of een pijl in beeld te krijgen. Combineer dat met de erfgoedreflex waarvan de Britse samenleving tot in haar kleinste vezels is doordrongen en het resultaat is een officiële stadswegwijzer naar Wilton’s Music Hall op de hoek van Graces Alley en Mint Street. Voor zo ver ik me herinner, ken ik geen wegwijzer naar ‘De Roma’ op de Turnhoutse baan of omgeving in Antwerpen.
Tot zo ver deze vergelijking trouwens. Laten we wel wezen. Antwerpen is in vergelijking met London zelfs niet bij benadering de metropool waar het zichzelf soms in wilde fantasieën voor denkt te mogen afschilderen. Dat merk je vooral aan dit soort initiatieven en de impact die ze weten af te dwingen op wereldschaal. Het begint al met het onwaarschijnlijke verhaal dat ik onbewust deze plek al enkele jaren kende. Met name van de cover van ‘Burlesque’, de eerste studio plaat van folk bigband Bellowhead die ik ooit nog in een grauw en grijs verleden rescenceerde voor Folkroddels.be. Voeg daar nog aan toe dat niemand minder dan acteur David Suchet, voor velen onder u de ultieme belichaming van Jules Poirot hemzelfve, zijn schouders onder het initiatief zette en je landt ergens in het niemandsland tussen een erfgoedproject, Hollywood, Broadway of Vegas.
Volgens de Wikipedia Wilton’s Music Hall werd Wilton’s gebouwd in 1859 door Jacob Maggs en na een brand in 1877 heropgebouwd. Later werd het een sociaal hulpcentrum van de methodisten en tenslotte een voddenmagazijn. Typisch verhaal eigenlijk, alleen de cinema fase ontbreekt. En maar goed ook, anders was het interieur welicht gesloopt. Weg getorste zuiltjes die de zichtlijnen op het grote scherm verstoren. Alleen al omdat het gebouw er nog staat en het theaterinterieur nog enigszins intakt is, kun je dus spreken van een relatief unicum. Maar vergis je niet, ook hier moest een lange strijd worden gevoerd voor behoud. Mensen als Peter Sellers zetten in de jaren ’60 hun schouders onder het project om één van de laatste historische theaters van East End te redden.
De bühne dreigde immers gesloopt te worden samen met de rest van de wijk, in een poging een verpauperde buurt in zijn totaliteit te saneren. Dat laatste is overigens geenszins gelukt. Door het massaal inplanten van sociale woonblokken in de jaren ’60 en ’70 werd de armoede gewoon verder verankerd in dezelfde straten als waar ze al bestond van ouds. Dat laatste is trouwens echt verbazingwekkend en feitelijk te onderbouwen. In het London City Museum stuitte ik op de digitale versie van één van de vroegste sociale kaarten ter wereld in London ontworpen door Charles Booth tussen 1886 en 1903. Onthutsend om vast te stellen dat meer dan 100 jaar later er eigenlijk weinig is veranderd aan die realiteit.
Als je wat dieper graaft, ontdek je dat dit niet hoeft te verbazen. In London bestaat een functionele vastgoedmarkt namelijk niet echt. De echte grondbezitters zijn ofwel de staat ofwel een handvol oude adelijke families die al sinds enkele eeuwen de gronden bezitten. De rijkste man van Engeland is niet voor niets de eigenaar van enkele hectaren stadsgebied palend aan Regent’s Park dat nog steeds door grenspalen en rolhekken wordt afgebakend. Een huis kopen met de grond erbij is dan ook in de praktijk onmogelijk. In London lease je een woning voor 33, 66 of 99 jaar.
In de praktijk betekent dit dat de basisprijs voor vastgoed bepaald wordt door een veel te klein aantal spelers die omwille van hun absolute dominantie gewoonlijk gelijkaardige belangen nastreven (kartel- of trustvorming). Het hoeft niet te verbazen dat daardoor de basisprijs van het vastgoed kunstmatig hoog blijft. Economen als Pikety toonden recent haarfijn aan dat vastgoed één van die meest standvastige vormen van kapitaalsopbouw vormen die de ongelijkheid in stand houden en bestendigen. In London is dat dus in extreme mate zo. Wat onderhand meer dan ook een groot nadeel vormt voor de Britse samenleving. Een rechtstreeks gevolg van het missen van één van de zegeningen van de Franse revolutie: de onteigening van de kerk en adel.
Maar dit ter zijde. Het fascinerende aan deze plek is niet enkel het tot de verbeelding sprekende interieur. Het gaat naar mijn gevoel meer om het project als geheel en hoe Britten omgaan met publiek private financiering van onroerende erfgoedsites. Om te beginnen zijn ze meesters in het organiseren van crowd funding. Louter toevallig tikte ik in een alternatieve speelgoedshop bij Covent Garden een miniatuur pop-up model van Wilton’s Music Hall op de kop. Naast dit gadget, hadden ze daar ook nog een keukenhanddoek bedrukt met oude affiches van Wilton’s in de aanbieding. In de shop van het theater zelf, trof ik nog postkaarten, mokken en ander hebbedingen aan. Helaas was het boek over de geschiedenis van Wilton’s uitgeput anders had ik het zeker aangeslagen.
Dit opverpeinzend op de terugweg, liep ik ook nog een straatactie tegen het lijf aan de uitgang van Euston Road. Deze mensen willen de toegangsboog van het oorspronkelijk oudste station van Engeland her oprichten. De bouwelementen werden recent teruggevonden, ergens gedumpt in een rivier en een comité van erfgoedzorgers wil de schande van de afbraak van het oorspronkelijke gebouw, waarover ik verleden jaar al berichtte toch nog enigszins rechtzetten. Gekkenwerk? Nutteloze tijdsverspilling? Onhaalbaar? De Britten kenende, denk ik, geenszins. Het zou een meerwaarde bieden voor de buurt en komaf maken met één van de slechtste voorbeelden van sixties architectuur die ik ken. Het onding zou gelukkig binnenkort worden gesloopt. Het momentum om het roemrijke verleden van de Britse spoorwegen een monumentaal eerbetoon te verschaffen is er dus wel degelijk. Nu nog vijf minuten politieke moed. Maar dat is, zoals algemeen geweten, een volstrekt doenbare zaak, en al helemaal als ze veel weerklank vinden in de pers. Ik wens ze bij deze dus alle succes toe.