Dit las ik een tijdje terug al in De Morgen.
Ik weet niet wat er van aan is natuurlijk, maar ik vind het een beetje vreemd dat men er zo van opkijkt. Er wordt iets verder in het artikel verwezen naar Zweden, waar eveneens een verbod op ‘spontaan dansen’ nog steeds zou bestaan. Wordt eens wakker dames en heren journalisten! Ook in België is spontaan dansen nog altijd verboden op de meeste plaatsen. Althans toch volgens nogal wat gemeentereglementen. Een danscafé in Antwerpen heeft nog altijd een vergunning nodig om een dansvloer uit te baten en betaalt daarvoor nog altijd gemeentetaks.
In bredere zin kunt je welhaast van één van de meest oude Westerse tradities spreken, aangezien ze in de meeste Europese steden als wettelijk kader bestond sinds de barokperiode. Ik ga er hier niet dieper op in, maar regelmatige lezers van deze blog zullen ondertussen wel weten, dat er in de 19de eeuw zoiets als een ‘dansorgeltaks’ bestond in de meeste Belgische steden (recent besprak ik nog de casus Antwerpen). De archiefbronnen die van dit beleidsinstrument het resultaat zijn, vormen (voor zo ver ze bewaard bleven) een onovertroffen bron aan vreugde voor de geïnteresseerde onderzoeker.
Welnu die orgeltaks was een soort voorloper van dat Japanse verbod en de Antwerpse variant bestaat dus nog steeds. Stijve Jappen? Welnee, net als tabak, alcohol, auto’s en andere genotsproducten verdient elke staat die zichzelf au sérieux neemt zeer veel geld aan die zaken die mensen het meeste begeren. In het omgekeerde geval zouden we al snel in sodom en gomorra verzijlen (of dat wil men ons toch laten geloven). Of om het met Marty McFly quote te stellen: So what’s wrong on making a buck or two at the side (on dancing)?
Wordt dus ongetwijfeld vervolgd.
Beeldgebruik: AFP via De Morgen