Is het tijd voor nabeschouwing. Om te beginnen: waarom wil iedereen per se bewijzen dat hun carnaval ‘anders’ is dan al die andere carnavals? Er is Braziliaans carnaval, Vosselaars carnaval, Aalsters carnaval, Venitiaans carnaval, enz. Om nog maar over de Rijnlandse of Limburgse varianten te zwijgen. Carnaval is toch gewoon carnaval zou je zo denken? Waar het ook plaats vindt? Niet dus volgens sommigen.
Al is het wel grappig met welke middelen ze hun ‘eigenheid’ dan in de verf willen zetten. Zo las ik op deze website een hele uitleg over de geschiedenis van het Braziliaanse carnaval sinds 1570 tot heden. De tekst lezende dacht ik voortdurend: ken ik dat niet van ergens? Neem de uitleg over de ‘entrudo’ die uit Portugal zou zijn overgewaaid. Een ‘ruwe doch speelse’ uiting van feestvreugde. Dan denk ik bij mij zelf: wat een wondere wereld. Dat is gewoon Charivari zoals dat hier ten lande in sommige streken actief plaatsvond tot een stuk na de tweede wereldoorlog.
Of neem nu het feit dat men in 1689 maskerades verbood in Rio. Idem hier in Antwerpen. Exact dezelfde periode en daarna heel de 18de eeuw lang nog om de zoveel jaar. Zelfs in de jaren ’30 van de 20ste eeuw liet het stadsbestuur van Antwerpen jaarlijks een affiche met de tekst van de gemeentewet tegen maskerades ophangen.
En dat gaat zo maar door. In de loop van de 18de eeuw verschijnen ‘cortèges’ in Rio. In Antwerpen iets vroeger al, getuige de vele schilderijen van carnavalsstoeten. Publieke carnavals Bals verschijnen in Rio pas ca 1840. Dat kan kloppen: bals waren voorheen ook hier ten lande eerder een private aangelegenheid, die lang in de handen van genootschappen bleven. Openbare bals kwamen er pas veel later. Volksbals nog een beetje later en om dezelfde reden: gesloten of private bals werden doorgaans anders belast dan openbare. Vermoedelijk was dit in Rio niet anders dan in West-Europa.
Aangezien Brazilië pas vrij laat een eigen staatkundige koers begon te varen is het aannemelijk dat de banden met het oude continent op wetgevend vlak nog lang werden aangehouden. Of neem het fenomeen van de ‘blocos de rua’ of te straatgroepen die zich op een bepaalde manier verkleedden en dansjes uitvoerden. Ik moest meteen terugdenken aan een heel gelijkaardig fenomeen dat in Antwerpen bestond van ca 1880 tot diep in de jaren ’60. De spaarkassen in cafés werden er speciaal voor gespijsd om de kostuums en de attributen te betalen die per groep met veel zorg bij elkaar geknutseld werden.
Waar zit ‘m het verschil zo vraag je je dan af? En is er dan wel één? En indien wel, verrechtvaardigen ze dan ook het kleven van etiketten zoals ‘Aalsters’ of ‘Braziliaans’? Hierbij dus een pleidooi voor een vergelijkend cultuurwetenschappelijk onderzoek naar carnaval in haar internationale context. Waarbij receptietheorie, verspreidingsmechanismen van gebruiken en tradities genadeloos worden geanalyseerd en gejuxtaposeerd. Geen taboes en alvast geen claims bij voorbaat. Het kan alleen maar verfrissend zijn, lijkt me. Of kost zo’n idee me een rondje pek en veren vanwege de ‘Voil Janetten’?
Beeldgebruik: Bruegel de oude, het gevecht tussen carnaval en vasten; David “De Jonge” Ryckaert, Charivari; Aalsterse carnavals affiche uit 1879