Toen in een paar maanden geleden een fietstochtje maakte van Brussel naar Antwerpen, besloot ik langs Kampenhout dorp te passeren om aldaar de laatste restanten van de oude gildezaal op de gevoelige plaat vast te leggen voor het nageslacht. Hubert Boone, mijn ‘partner in crime’ wanneer het om dansant erfgoed gaat, had mij namelijk bericht dat deze beroemde feestzaal zou worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw apartementen.
Tussen 1958 en 1963 had Hubert er als jongeman nog de jaarlijkse kermisbals bij ‘De Smalle’ meegemaakt. Niet zo veel later legde hij er samen met Renaat van Craenenbroeck zaliger de Kampenhoutse Dansen vast die als één van de eerste dansbundels door het IVV werden uitgegeven. Daaronder ook de fameuse Kadril van Kampenhout die op twee rijen wordt gedanst en waarvan de hoofdmelodie later door folkgroep RUM op hun tweede plaat werd vastgelegd, waardoor ze ook bij het bredere publiek bekend werd.
Voor onze danstradities was deze zaal zeg maar heilige grond. En toch werd ze zonder veel omhaal gesloopt. Het is helaas het tragische lot van zovele dans- en feestzalen in Vlaanderen. Ze worden gesloopt omdat het economisch niet meer loont ze op te knappen. Men gaat er dan wel aan voorbij dat deze zalen vaak in het hart van de dorpskern liggen en dat de anonieme nieuwbouw niet zelden het gezicht van een dorp defintief verminkt. Welke economist berekent voor één keer het economisch verlies van lelijkheid?
De volgende toont de ondertussen volledig gesloopte gildezaal in Kampenhout dorp. De rechtse foto toont het voorlopig nog intakte interieur van de Vredezaal in Berg, het zusterdorp van Kampenhout. Ook deze zaal zal wellicht later dit jaar worden gesloopt.