Categorie: Uncategorized

Soms mist een mens eens iets…

Zoals het concours van afgelopen zondag in Sivry dat we zo ijverig aankondigden. Soms is het gewoon wat te druk, te veel en te ver voor de enige vrije dag van een overvolle week. Daarom deel ik deze keer gewoon een prentje. Een heel bijzonder weliswaar. Eentje van niemand minder dan Fernand Pelez die ik tegenkwam in le Petit Palais tijdens ons laatste tripje naar Parijs. Ik toon slechts een detail van een heel breed schilderij waarop heel veel te zien is en dat uitblinkt door zijn naturalisme. Geweldig werk eigenlijk al is het natuurlijk een beetje misselijkmakend tegelijkertijd. Een soort karkaturale ode aan de armzaligheid vanwege een gezet burgermannetje. Maar wel tegelijkertijd een ultiem portret van zo’n typisch orkestje samengesteld uit blazers van de één of andere plaatselijke harmonie die op zondag met de instrumenten van de maatschappij wat bijklusten. Precies het soort volk dat de Arguedennes cultuur tot leven wekte en groot maakte. Maar toch jammer dat ik er niet bij kon zijn. Bron beeld: wiki commons

Queeste naar de heilige archiefcamera

Het houdt me soms meer bezig dan me lief is, maar een goede digitale archiefcamera is de beste vriend van iedere archiefrat. Aangezien het in de meeste archieven vandaag toegestaan is om documenten fotograferen, kun je op één archiefdag veel meer gegevens verzamelen dan vroeger ooit mogelijk was. De verwerking achteraf kun je dan op je dooie gemak thuis afwerken. Maar als je weet wat je zoekt kun je het werk van één week, vandaag op ongeveer één dag afronden. Dat scheelt. In verplaatsingen, opgeofferde vakantiedagen enz. Dus is zo’n digitale fotocamera vandaag een haast onmisbaar attribuut geworden.

Sommige onderzoekers drijven het zelfs nog verder. Ze sleuren een heus fotostatief mee, een extra oplader voor de tweede batterij en een afstandsbediening om hun handen vrij te hebben. Doel van deze constructie: one stop shopping. Je neemt een foto maar één keer, zowel voor onderzoek als eventuele publicatie achteraf. Fijn idee, maar wat als je al dat werk dan verricht met een niet zo optimale camera? Om te beginnen zijn de lichtomstandigheden in een archief vaak erbarmelijk: nauwelijks daglicht, kil kantoorlicht, enz. Daarnaast moet je vaak heel grote boeken of kaarten glashelder zonder te veel afwijkingen liefst in één keer kunnen fotograferen. Als het bvb om boekhouding gaat spreek je algauw over papierformaat A2 dat liefst van rand tot rand volgekribbeld staat met miniscuul handschrift. Bovendien wil je bij voorkeur je niet een ongeluk sleuren aan je materiaal camera, lens, statief, enz.

Wanneer je al die zaken bij elkaar optelt kom je uit bij een liefst klein toestel, met zo veel mogelijk megapixels, een bijzonder scherpe én lichtsterke lens. Reflexcamera’s zijn daardoor uitgesloten, net zoals systeemcamera’s: te groot, te zwaar, te veel onderdelen, enz. Dat megapixels zeker niet het hele verhaal vertellen kon ik zelf al vaststellen: de bovendste foto maakte ik met mijn hondstrouwe compagnon de Fujifilm A310. Die in het midden met een geleende Canon S95. De fujifilm had een 3.1 megapixel sensor, de canon 1O megapixels. De ruisonderdrukking van de A310 is zeker heel matig in vergelijking met de canon. De lens echter sloeg alles: haarscherp. Zelfs met een veel kleinere sensor en behoorlijk slechte ruisonderdrukking leverde de fujifilm bijzonder leesbare fotos op. Je ziet dit nog het beste aan de details van de papierstructuur die de fuji zo mooi weergeeft en de canon helemaal niet. Nochthans ging het in beide gevallen om vrij vezelachtig papier uit dezelfde periode (ca 1820).

Gelukkig voor ons archiefratten houdt de camera industrie vandaag nogal goed rekening met onze wensen. Je hebt nogal wat ‘pocketrockets’ in het hedendaagse aanbod aan digitale camera’s. Canon S100, Olympus ZX1, Sony RX100, Leica D-lux6, Fuji X100, Sigma DP1, enz. De ene al duurder dan de andere. Helaas voor ons archiefratten bestaat er nauwelijks adequate real life testgelegenheid. En als je weet dat zo’n beestjes algauw rond de 700 euro’s en meer kosten is me dat toch even balen. Want wat als ie het dan niet echt doet?

Wat ik dus wil is in feite gewoon een fantastische lens. Hoe minder tralala hoe beter. Pixels zijn aardig meegenomen, maar niet de topprioriteit. Budget is ook wel van belang. De Leica’s zijn gewoon over de top, net zoals de recent gelanceerde Sony RX1 (resp. 1500 en 3000 euro). Voorlopig gaat het voor mij tussen de Sony RX100 en de Sigma DP1 Merrill. Alle suggesties en aanvullingen zijn natuurlijk welkom.

Concours d’arguèdènes 2012

Ieder jaar vindt in het zuid-Belgische plaatsje Sivry-Rance (tussen Beaumont & Chimay) een buitengewone muziekwedstrijd plaats. Het is bij mijn weten de enige plaats in ons land waar fanfare muzikanten tegen elkaar in het strijdperk treden met airekes en danskes, kortom: dansmuziek van bij ons.

Mensen die het nog nooit meemaakten, denken als ze de combinatie “koperblazers” en “polka’s” horen, onvermijdelijk aan hoepapa muziek. Wat het ook is. Edoch, een beetje anders voor een keer. Er is namelijk mettertijd een beetje Waalse of Franse flair en swing in deze muziek geslopen. Waardoor ze eigenlijk redelijk onweerstaanbaar op de heupen werkt. Maar ook dat is positief bedoelt. Een mens moet gewoon dansen als deze muziek klinkt.

Dus: koperblazers aller streken, meldt u aan op zondag 7 oktober 2012 voor 12 uur ’s middags. Om 14 uur begint dan het concours waarbij zowel solisten als groepen muzikanten (tot maximaal 6 tegelijk) meedingen in verschillende categorieën. Om 16 uur volgt dan een concert. Tijdens de deliberatie is er mogelijkheid tot vrij samenspel of ‘jamsession’ met de aanwezige muzikanten. Tussendoor is er wat te eten en te drinken. En voor de liefhebbers: er is een perfecte dansvloer.

Inschrijvingen en info: Inschrijving en info: +32 (0)477 72 21 30 of arguedenes@hotmail.com – www.arasedetere.be

Foto: à râse de têre & Limbrant als ultieme weddingband

Danst Harry Potter op Python?

De boog kan niet altijd gespannen staan. Daarom even een blog berichtje met wat nonsicale gedachten. Gisteren zat ik voor de zoveelste keer naar Harry Potter & The Deadly Hallows te kijken toen me onder het nuttigen van een trapistje de volgende gedachten te binnen schoten. Hoe verschrikkelijk de dansscènes niet zijn in zowel de boeken als de films. Dansen moet voor J.K Rowling blijkbaar steeds als een traumatische ervaring worden voorgesteld. In tegenstelling tot eten bvb. dat telkens weer een feest hoort te zijn. Harry Potter is in dat opzicht fantastische lectuur voor Anorexia patiëntjes in spe, net zoals het voor alle wat motorisch onbegaafde, klungelige jongetjes een opluchting zal wezen, dat ze dansen niet fijn hoeven te vinden, zelfs al zijn meisjes er doorgaans dol op.

Maar toen ik nog iets dieper nadacht viel me in dat er wel heel wat gelijkenissen te bespeuren vallen tussen het programmeren van Python (of iedere andere echte object georiënteerde taal) en toveren zoals dat in Harry Potter’s wereld gebeurt. Zoals jullie weten pruts ik momenteel verder aan mijn blog in Web2py en daarbij komt dus python om de hoek gluren.

Bij toveren horen toverspreuken. Bij Python ‘call’ je functies, methodes, classes, objecten, enz. net zoals bij toveren door ze bij hun naam te noemen. Wanneer je dat doet gebeurt er iets. Soms iets dat je niet helemaal voorzien had en soms ook helemaal niets. Dan blijkt dat je je toverspreuk verkeerd uitsprak(lees: typfoutjes maakte). Wat moeilijkere toverspreuken blijken overigens altijd wel door één of andere ‘grote magiër’ uit het rijke tovenaarsverleden te zijn ontworpen. Zo programmeerde Albus Dumbledore de 10 gebruiken van drakenbloed samen met zijn partner Nicolas Flamel die op zijn beurt dan weer de uitvinder was van de ‘Steen der Wijzen’. Het fijne aan de tovernaarswereld is dat het blijkbaar ook allemaal ‘Open Source’ toepassingen zijn. Eénmaal uitgevonden mag iedereen ze gebruiken. Gratis en de voor niets. Ze zijn met andere woorden door de gemeenschap van magiërs/programmeurs toegevoegd aan de ‘Standard Library’.

Overigens wist u dat programmeerboeken die wat dieper ingaan op bepaalde aspecten van een taal vaak ‘kookboek’ heten? En dat bij het ontwerpen van een programma je vaak erg goed moet nadenken op voorhand welke ingrediënten je wanneer en in welke hoeveelheid toevoegt? Een beetje zoals bij ’toverdranken’ in de Potterboeken. Maar ook ’transfiguratie’ is een techniek die in Python haar evenknie kent en bijzonder frequent voorkomt al heet ze dan ‘omzetting’ of ‘converting’. In python kun je overigens ook omgevingen scheppen (bvb de Sandbox van GAE) waarbinnen bepaalde ‘spreuken’ of classes niet werken. Een beetje zoals bepaalde magie niet binnen de muren van Hogwards lukt.

En ik ben ook niet de enige die gelijkenissen ziet tussen de potterboeken en python. Zelfs de eminente Guido Van Rossum, de vader van de Python programmeertaal, zag die al eerder. Al was dat op een andere vlak dan ik dat hier doe. Hij wijst namelijk op de gelijkenissen in de ontwikkeling van Python over de jaren en de ontwikkeling van de plot in de potterboeken over de 7 delen. Moet het tenslotte nog worden herhaald dat Harry Potter vloeiend Python spreekt met alle slangen in zijn omgeving?