Categorie: Uncategorized

Rock ’n Roll: een vervalste geschiedenis?

Het is een keer wat anders en bovendien speciaal bedoeld voor mensen die denken dat het op deze blog alleen over nog oudere dingen zou gaan.

Een paar weken geleden las ik op de BBC cultuurpagina’s een bijdrage over het Moondog Coronation Ball waarvan de bovenstaande affiche op wikipedia terug te vinden is. Alan Freed was de organisator en wordt door nogal wat internet bronnen beschouwd als de peetvader van de Rock & Roll. De man wordt er overigens tevens van verdacht de term zelf te hebben bedacht. Straf denk je dan en vooral: waarom net hij? Want als er één gecontesteerde naam is in de geschiedenis van de populaire muziekvormen van na WOII, dan wel de zijne.

Om te beginnen is er onwaarschijnlijk veel mythevorming door Hollywood majors gebeurd als het over de geschiedenis van de populaire muziek gaat. Dat gebeurde al met de Jazz vanaf eind jaren ’20 met films als ‘The Jazz Singer‘, niet voor niets de eerste gecommercialiseerde langspeelfilm met geluid.

Maar hetzelfde truukje werd vanaf 1956 ook redelijk massaal overgedaan voor de Rock & Roll. Alan Freed speelde bij dat proces een redelijk ‘vuile’ rol, in die zin dat hij één van de kernspelers was binnen het ‘payola‘ systeem, dat eruit bestond dat commerciële platenmaatschappijen deejays van de grote radiostations onderhands geld toestopte om bepaalde platen te draaien. De vermenging van commercieel belang en geschiedschrijving is nooit echt een goed idee geweest in mijn ogen. Toch is de beeldvorming van wat mensen vandaag beschouwen als de ‘rock & roll’ cultuur in het algemeen er grotendeels door bepaald. Het is een – met andere woorden – sterk geromantiseerd beeld en één dat om commerciële redenen ook grondig werd bijgesteld.

De meest bekende films zijn ongetwijfeld ‘Rock around the Clock‘ over de carrière van Bill Haley and His Comets uit 1956 en Rock, Rock, Rock over het voornoemde bal uit datzelfde jaar.

 In beide films speelt Alan Freed een belangrijke rol als acteur van zichzelf en wordt een versie van de feiten gebracht die heel erg doordacht wordt gebracht. Niet te stout dansen, bijna geen zwarte muzikanten in de hoofdrol, laat staan dat er door zwarten zou worden gedanst, enz. Kortom, wat je te zien krijgt is nogal tenenkrullend in vele opzichten, maar het  neemt niet weg dat dit soort beeldmateriaal haast iconische status kreeg mettertijd.

Het is een oude truuk om te proberen de vaart der geschiedenis te verklaren vanuit ‘echte helden’ of ‘sleutelmomenten’. Dat plakt goed op pellicule en het oogt mooi als verhaal voor een commercieel museum. De waarheid is uiteraard veel genuanceerder dan die versies. Wie weet bijvoorbeeld nog dat één van de eerste Rock & Roll scènes in film hier in Antwerpen werd gedraaid in ‘Meeuwen sterven in de Haven‘ uit 1955 met een piepjonge Julien Schoenaerts als ‘vreemdeling’ in een bevreemdende hoofdrol? De affiche van die film ademt Rock & Roll uit én de amerikaanse herkomst van het genre in één.

Uit het dans’ant onderzoek (waaraan deze blog nog steeds haar naam dankt) bleek dat de amerikaanse bevrijders de muziek al in 1944 aan wal brachten in de Antwerpse haven. De Antwerpse haven was immers de enige intakte haven voor Noord-West Europa waar de Marshall hulp kon worden gelost. Er was bovendien een vlieghaven in de buurt (Deurne). Verschilende getuigen vertelden toen dat er een vrijwel dagelijks vliegverbinding en wekelijkse bootverbinding met New York bestond. Daardoor konden enkele snuggere Antwerpse cafébazen aan de kaaien een soort ruilhandel opzetten. Antwerpen werd zo binnen de kortste keren het mekka van de Rock & Roll in West-Europa. Dat zou zo nog blijven tot diep in de jaren ’50. Zelfs Jules Deelder bekende ooit dat hij als tiener speciaal naar Antwerpen kwam om er jazz platen te ‘scoren’ omdat het aanbod er zo veel beter was in Nederland.

En zo kan ik nog wel doorgaan. Lees er vooral ook de samenvatting van de uitstekende thesis van Kasper – Jan Raeman op na. Hij won er in 2010 de popunt thesisprijs mee. Een aanrader voor wie wat meer diepgang zoekt over dit beladen onderwerp.

Na de drukke carnavalsdagen…

 Is het tijd voor nabeschouwing. Om te beginnen: waarom wil iedereen per se bewijzen dat hun carnaval ‘anders’ is dan al die andere carnavals? Er is Braziliaans carnaval, Vosselaars carnaval, Aalsters carnaval, Venitiaans carnaval, enz. Om nog maar over de Rijnlandse of Limburgse varianten te zwijgen. Carnaval is toch gewoon carnaval zou je zo denken? Waar het ook plaats vindt? Niet dus volgens sommigen.

Al is het wel grappig met welke middelen ze hun ‘eigenheid’ dan in de verf willen zetten. Zo las ik op deze website een hele uitleg over de geschiedenis van het Braziliaanse carnaval sinds 1570 tot heden. De tekst lezende dacht ik voortdurend: ken ik dat niet van ergens? Neem de uitleg over de ‘entrudo’ die uit Portugal zou zijn overgewaaid. Een ‘ruwe doch speelse’ uiting van feestvreugde. Dan denk ik bij mij zelf: wat een wondere wereld. Dat is gewoon Charivari zoals dat hier ten lande in sommige streken actief plaatsvond tot een stuk na de tweede wereldoorlog.

Of neem nu het feit dat men in 1689 maskerades verbood in Rio. Idem hier in Antwerpen. Exact dezelfde periode en daarna heel de 18de eeuw lang nog om de zoveel jaar. Zelfs in de jaren ’30 van de 20ste eeuw liet het stadsbestuur van Antwerpen jaarlijks een affiche met de tekst van de gemeentewet tegen maskerades ophangen.

En dat gaat zo maar door.  In de loop van de 18de eeuw verschijnen ‘cortèges’ in Rio. In Antwerpen iets vroeger al, getuige de vele schilderijen van carnavalsstoeten. Publieke carnavals Bals verschijnen in Rio pas ca 1840. Dat kan kloppen: bals waren voorheen ook hier ten lande eerder een private aangelegenheid, die lang in de handen van genootschappen bleven. Openbare bals kwamen er pas veel later. Volksbals nog een beetje later en om dezelfde reden: gesloten of private bals werden doorgaans anders belast dan openbare. Vermoedelijk was dit in Rio niet anders dan in West-Europa.

Aangezien Brazilië pas vrij laat een eigen staatkundige koers begon te varen is het aannemelijk dat de banden met het oude continent op wetgevend vlak nog lang werden aangehouden. Of neem het fenomeen van de ‘blocos de rua’ of te straatgroepen die zich op een bepaalde manier verkleedden en dansjes uitvoerden. Ik moest meteen terugdenken aan een heel gelijkaardig fenomeen dat in Antwerpen bestond van ca 1880 tot diep in de jaren ’60. De spaarkassen in cafés werden er speciaal voor gespijsd om de kostuums en de attributen te betalen die per groep met veel zorg bij elkaar geknutseld werden.

Waar zit ‘m het verschil zo vraag je je dan af? En is er dan wel één? En indien wel, verrechtvaardigen ze dan ook het kleven van etiketten zoals ‘Aalsters’ of ‘Braziliaans’? Hierbij dus een pleidooi voor een vergelijkend cultuurwetenschappelijk onderzoek naar carnaval in haar internationale context. Waarbij receptietheorie, verspreidingsmechanismen van gebruiken en tradities genadeloos worden geanalyseerd en gejuxtaposeerd. Geen taboes en alvast geen claims bij voorbaat. Het kan alleen maar verfrissend zijn, lijkt me. Of kost zo’n idee me een rondje pek en veren vanwege de ‘Voil Janetten’?

Beeldgebruik: Bruegel de oude, het gevecht tussen carnaval en vasten; David “De Jonge” Ryckaert, Charivari; Aalsterse carnavals affiche uit 1879

Overmorgen Opernball 2012

 Zoals ieder jaar en dat sinds mensenheugnis, vindt zo rond de carnavalstijd in Wenen het Opernball plaats. Zoals al eens eerder aangehaald, is het een vrij recente traditie (in operatermen toch), omdat het eerste echte ‘opernball’ in de huidige stijl pas in 1935 plaatsvond. Des te opmerkelijker, omdat tegen die tijd de traditie van bals in opera- of theatergebouwen nog altijd zeer levendig was in onze gewesten, om na de tweede wereldoorlog vrij snel uit te sterven.

Wat mij toch even doet stilstaan bij het feit dat al onze historische operagebouwen vroeger over een balvloer beschikten. Die balvloer werd opgebouwd boven op de parterre. Daarvoor was een heel arsenaal aan schragen en vloerelementen voorzien, zoals mijn collega Timothy De Paepe nog recent in een mooi artikel aantoonde. Maar ook de hele zaal kreeg een aparte inkleding. Zo was er een aparte plaats nodig voor het balorkest, dat uitzonderlijk niet in de orkestbak kon wegens eveneens overwelfd. En aangezien de dansruimte doorliep tot op de scène, moest ook die wat verder worden aangekleed met decordoeken en allerhande attibuten zoals kandelaars, bloemstukken, nep-antieke beelden, enz. Ik vond tijdens diverse onderzoeken in Gent, Brussel en Antwerpen sterke aanwijzingen dat de balvloeren van zowel de opera aan de Kouter, De Muntschouwburg en de Bourlaschouwburg nog tot na de tweede wereldoorlog actief werden gebruikt. Is er iemand die toevallig nog weet waar die gebleven zijn? De verschillende gebouwen kregen relatief recent nog een behoorlijke restauratie te verwerken, die, naar verluit, zo historisch correct mogelijk werd uitgevoerd met veel respect voor gebruikte materialen en kleuren. Maar wat met de authentieke dansvloeren van weleer?

Nu werd ik dit jaar wel op een heel aparte manier getriggerd om het nieuws te brengen om mijn blog. In De Standaard van afgelopen week, verscheen een heus bladvullend artikel over een Weens bal dat… in Brussel zou hebben plaatsgevonden.  Nu lijkt me dat een beetje schizofreen een Weens bal in Brussel, al zijn er natuurlijk historische antecedenten van Weners die zich hier kwamen vermaken op bals in de Muntschouwburg. Blijkt dat het om een initiatief van de OVB (Österreichische Vereinigung in Belgiën) te gaan dat sinds een paar jaar in de Concert Noble plaatsvindt. Een pachtige zaal voorwaar en voor één keer gebruikt waarvoor die oorspronkelijk bedoeld was. Helaas, net zoals in Wenen, gaat het ook hier om een adelijk, militair en ‘haute finance’ onderonsje dat toch een beetje naar foute nostalgie riekt.

Als danshistoricus kan ik natuurlijk geen enkel bezwaar hebben tegen een initiatief dat een historisch bal in een historisch kader realiseert. Maar Brussel is Wenen niet en dat merk je aan nogal wat zaken. Om te beginnen de uitstraling van de dansers en het algemene dansniveau dat toch een tikkeltje te laag ligt om het geheel charme te geven. Goed balorkest trouwens (Dr. Flo is een écht Weens gfenomeen. Zijn KK Strings doen me erg aan het Berlijnse Vielharmonie denken). Maar waarom Weense import? Onze archieven puilen immers uit van het materiaal? En voor de prijs die de Weense vlooi hiervoor vangt (het zei hem gegund hoor) kunnen we zelfs met jonge muzikanten van pakweg het Brusselse conservatorium een heel geslaagde uitvoering brengen. Iets meer culturele ambitie zou hier op z’n plaats zijn. En wat meer en strengere dansles natuurlijk.

 
Beeldgebruik: Timothy De Paepe (dwarsdoorsnede Opera van Antwerpen met dansvloer, tweede helft 18de eeuw), Alignement Parfait (Concert Noble met stoelen aan de kant en zicht op wat vermoedelijk de ‘enplacement d’orchestre’ moet zijn geweest)

Rondwalsen in Streetview

Voor wie het zich nog herinnert. Een aantal maanden geleden postte ik op deze blog een foto met daarop deze Deense wegwijzer. Nog steeds denken sommige mensen dat het een gefotoshopte fake ging. Niet dus. Ik vond ‘m een paar dagen geleden terug op Google Streetview. Je kunt ‘m zelf terugvinden op de T van de Vigvej (een afslag van de 153) en de Bjergvej, 3 kilometer buiten Valse. En ga met je rug naar de Bjergvej staan. Valse ligt dan links van je.