Na de ontgoocheling van Versailles, werd het een puike dag. In de voormiddag het Louvre, in de namiddag Cité de la Musique in La Vilette. Of hoe je ook echt goeie musea kunt maken vandaag de dag.
Het Louvre dus. Het eerste megamuseum ooit ter wereld, icoon, touristische trekpleister voor de halve wereld, enz. Maar ook een onmogelijkheid op zowat elk vlak. Want hoe organiseer je dat: 60.000 vierkante meter tentoonstellingsruimte, 8.5 miljoen betalende bezoekers per jaar, een variëteit aan collecties die zijn gelijke niet kent in de wereld? Het MAS in Antwerpen beschikt over 4000 vierkante meter tentoonstellingsruimte en ontving in het openingsjaar 2011 (meestal het topjaar voor een nieuw museum) naar eigen zeggen 1 miljoen bezoekers, waarbij we in het middel laten of zij ook allemaal betaalden.
Hoe je dat klaarspeelt? Gewoon goed nadenken. De piramide op het binnenplein wekte bij de opening in 1989 controverse, omdat ze het iconische stadslandschap zou verstoren. Ondertussen bereikte de glazen constructie zelf een iconische status. Een vondst met een hoog genialiteits gehalte. Aanschuiven voor het Louvre werd ondanks security checks herleid (zeker wanneer je over een ‘museum pass’ beschikt) tot een minumum en ook binnen het museum is de routing van de mensenmassa ‘glashelder’.
Wij kozen ervoor om ons bezoek te concentreren op een vier-tal tentoonstellingen. Het uitgangspunt is daarbij dat een doorsnee mens zich niet veel langer dan twee uur intens kan concentreren of indrukken opdoen die bij blijven. We bezochten eerste de ondergrondse permanente expo over het Louvre in de middeleeuwen. Het ene moment zit je in een futuristische glazen piramide, vijf minuten laten flaneer je ondergronds door de voormalige slotgracht van de 12de-eeuwse oorspronkelijke Louvre-burcht. Een beetje alsof men het STAM van Gent gebouwd zou hebben boven op het Gravensteen. Een aanrader omdat het gewoon indrukwekkend is. Daarna bezochten we de tijdelijke tentoonstelling over ‘Les Belles Heures du Duc De Berry‘. Dit soort top-stukken van de miniatuurkunst krijg je tegenwoordig wellicht maar één keer in je leven te zien. Om de paar decennia worden ze grondig nagekeken voor bijkomende restauratie. Bij die gelegenheid worden de caternen uit de banden gehaald en wordt meestal een tentoonstelling georganiseerd. Daarna verdwijnen ze weer voor een paar decennia in de klimaatkast.
Er val eigelijk niet veel over te zeggen, buiten dat je dit gewoon niet mag missen als je toevallig in Parijs zou zijn één dezer. Het loopt nog tot 25 juni, dus…
Vervolgens bezochten we de fantastische apartementen van Napoleon III. Altijd een boon gehad voor de Napoleon III stijl, die meer dan welke andere periode ook het hedendaagse straatbeeld van Parijse centrum domineert. Het is de stijl van de Hausmann boulevards, de Opera Garnier, enz. Het is ook de periode van de grootschalige bals, de crinolines, de rage van de koppeldansen, enz. Een goed deel van de identiteit van Parijs als mekka van de dans onstond onder zijn bewind. Een prachtig voorbeeld van zo’n bal en de Parijse invloed daarbij, besprak ik reeds hier op deze blog. Maar ook in zijn privéapartementen zijn de verwijzingen naar een muziek en danscultuur duidelijk aanwezig. Wat te denken van deze orkestbak, hoog verheven boven de grond? Volgens de borden met historische uitleg was dit de ontvangstzaal. Kan wel zijn, maar dan toch wel vmno (volgens mijn nederig oordeel) eentje met een hoog dansant gehalte.
Of deze fantastische zitbank om tussen twee dansen wat op te verpozen? Onderhandelen over een volgende wals in het balboekje van de dame in de volgende zit-vleugel. Je ziet elkaar niet echt ‘zitten’, maar praten lukt wel. Heerlijk toch? Bestaat er ergens een design versie van zo’n bankjes die betaalbaar is? De enige fake in de hele omgeving was overigens de piano. Ik had zo’n donkerbruin vermoeden dat de pleyel in de ontvangstzaal niet de originele was. De zaalwachters sloegen lichtgroen uit van mijn giftige opmerkingen en beweerden bij hoog en bij laag dat het de echte was. Niet dus. ’s namiddags vonden we enige echte Napoleon III Pleyel in de Cité de la Musique. Maar daarover dus meer in een volgende bijdrage.
En tenslotte bezochten we ook nog de sectie met ‘empire’ interieurs. Helaas niets over dans daar. Zelfs geen schilderij met dansers uit die tijd. Hoewel er toch het één en ander in de reserves zou moeten zitten. Misschien een idee voor een tijdelijke expo? Ze mogen me altijd bellen voor een adviesje 😉