Zoals u wellicht kon merken, was het de afgelopen paar weken wat stiller op deze blog. Niet van mijn gewoonte inderdaad. Terwijl ik me uit de naad werkte aan het boek, had ik wat minder tijd om het één en ander voor te bereiden en dat wreekt zich dan de weken nadien. Want zo is het wel met deze blog. Ik schrijf die bijdragen – uitzonderingen niet te nagesproken – niet zomaar in de rapte. Meestal begin ik met het verzamelen van ideeën al weken op voorhand. Het schrijven (en vertalen) duurt per artikel ongeveer een week.
Eerst maak ik een kladje en dan een verbeterde versie. Waarna een eerste versie als concept wordt klaargezet. Tenslotte wordt het eindproduct dan gepost. Telkens wordt minstens een halve dag gelaten tussen de versies. Soms meerdere dagen als het even niet lukt. Dat kost dus tijd en dan kan het wel eens gebeuren dat een post niet afgeraakt tijdens het weekend zoals ik had gepland.
De week daaropvolgend maak ik dan de vertaling. Dus gebeurt het wel vaker dat enerzijds een volgend bericht in de ontwerpfase zit, terwijl het vorige nog wordt vertaald. Dan kan het voorvallen dat ik onderweg nog wat spellingsfouten uitwied in het vorige bericht. Want spelling, dat weet U onderhand, dat is niet mijn sterkste kant.
Dat kost dus allemaal tijd. Veel tijd. Maar het is de prijs die je betaalt als je kwaliteit wil leveren. Ik ben een grote fan van een paar professionele bloggers zoals Steve Huff of Bicycle Design. Zij bereiken 100.000 lezers per dag en verbazen telkens weer met hun spitse teksten. Alleen: voor hen is het hun broodwinning. Voor mij blijft het voorlopig een hobby. Gelukkig maar. Want met een nicheproduct als dansgeschiedenis zou het van onbetamelijke hoogmoed getuigen om de wereld te veroveren met zoiets als een blog. Zelfs met een Noord-Koreaans regime of vijfendertig als back-up, lijkt het me een onbegonnen zaak. Ten minste in vergelijking met massaproducten zoals mooie fietsen of gelikte fototoestellen.
Wat niet wil zeggen dat het niet goed zou gaan met deze blog. Wel in tegendeel. In vergelijking met bvb verleden jaar, haal ik vandaag twee keer zo veel lezers per week. Waarvoor dank. Maar gezien het vrije tijds karakter van deze blog, kun je niet anders dan af en toe ook niets te posten. Ten minste als je daar een goede reden voor hebt. En die heb ik naar mijn bescheiden mening de afgelopen weken meer dan ooit.
Zoals ik zonet als zei: in het eerste hoofdstuk van ‘Verzonnen Muzikaal Verleden’ slopen massa’s werk. Daarnaast ontwikkelde mijn vrouw ook een prachtig visitekaartje voor de vzw dat vervolgens moest worden gedrukt, afgehaald, verspreid, enz. En ‘last but not least’ waren er ook nog de lezingen. Eén in Dranouter een paar weken terug en volgende week woensdag zelfs twee in Mol-Rauw. En lezingen, beste lezers, dat is een passie van me. Wat wil zeggen dat ik nooit in principe nooit twee maal dezelfde lezing geef.
Ik deed dat tot nu toe welgeteld één keer. Het was een jammerlijke vergissing. Waarom? Omdat ieder publiek, iedere zaal, iedere microfoon, iedere context dus, ander is. Je kunt wel bepaalde ideeën twee keer gebruiken, maar het zal telkens om een andere lezing gaan. En dus komt er vaak ontzettend veel voorbereiding bij kijken. In feite kun je nooit voorbereid genoeg aan een lezing beginnen. Het minste wat je kunt doen, moet je best ook doen. Want je zult zien: Murphy gluurt, telkens weer, kwaadaardig om de hoek. Is je laptop niet net gestolen, staat het spreekgestoelte onder stroom. Is de zaal net gehoosd, breekt de volgende dijk al door. U weze gewaarschuwd.