Auteur: Cor Vanistendael

Lang geleden

Jean-Georges-Noverre

Het was de afgelopen maanden wat stiller op deze blog. Om niemand ongerust te maken: het gaat goed met mij, dank je wel. Maar sinds ik rond begin augustus de bevestiging kreeg dat ik drie dagen les kon geven aan de Universiteit van Gent voor het vak “CULTUURHISTORISCHE ASPECTEN VAN DANS- EN MUZIEKTHEATER 2013 – 2014”, ging al mijn tijd op aan lesvoorbereidingen. Achteraf kan ik niet goed inschatten hoeveel uren daarin zijn gekropen, maar het waren er veel.

Bovendien zat er ook professioneel een piek in de werkplanning en dan heb je soms het gevoel dat je de zaken niet meer onder controle hebt. Prioriteiten stellen is dan de boodschap en je hobbytijd moet er dan doorgaans als eerste aan geloven. Wat niet wil zeggen dat ik niet erg heb genoten van de onderdompeling.

Het was bijvoorbeeld een tijd geleden dat ik me nog eens ernstig met renaissance dans bezig hield. Door die afstand merk je des te beter dat in tussentijd heel wat inzichten veranderden. Dat vind ik persoonlijk nog altijd het mooiste aan wetenschap. Je kunt er vergif op innemen: het gaat vooruit. Traag soms, maar eenmaal nieuw onderzoek werd gepresenteerd, is het fantastisch om zien hoe denkkaders effectief wijzigen, nieuwe onderzoekspistes worden bewandeld,enz. Leuk ook om nog eens wat collega danshistorici te ontmoeten en bij te praten, ideeën uit te wisselen, tips te krijgen voor artikels, enz.

Docendo discimus – het is nooit anders geweest en ik hoop dat het voor de studenten van 2de en 3de baccherlor van de richting theaterwetenschappen even verrijkend was als voor mezelf. Het is vandaag ook een heel andere ervaring dan toen ik zelf 25 jaar terug mijn eerste lessen kunstgeschiedenis onderging (in hetzelfde auditorium overigens). Multimedia gluurt om iedere hoek. Youtube, archive.org, google books en zo veel andere grootschalige digitaliserings initiatieven staan dag en nacht voor je klaar, waardoor je zoveel minder afhankelijk bent van je de fysieke bibliotheken in je eigen omgeving. Een ongeziene weelde voor een menswetenschapper, waar ik me dagelijks opnieuw over verbaas.

Na verleden woensdag heb ik gelukkig weer voor even mijn eigen leven terug. Dat is ook dringend nodig. Mijn onderzoek moet terug op de rails. Ik stuurde namelijk een abstract in voor de Bienal Early Dance Circle Conference en het werd aanvaard. EDS is een tweejaarlijkse ontmoetingsplek onder danshistorici, voorgezeten door niemand minder dan Ivor Guest en Ann Hutchinson, twee mensen uit mijn vakgebied die ik mateloos bewonder. Nog veeeeel werk aan de winkel dus!

Wordt ongetwijfeld vervolgd…

Les aan de unief

Presentatie_les1_DEF
Gewoon om even te melden dat ik vandaag mijn eerste les aan de Universiteit Gent heb gegeven. Over dansgeschiedenis natuurlijk. En bij toeval in hetzelfde auditorium waar ik zelf 20 jaar geleden mijn eerste lessen kunstgeschiedenis mocht volgen – auditorium G (vandaag 0) in de Rozier.

Zaal Cecilia in Hoogstraten

Sint_Cecilia

Regelmatige lezers van deze blog weten dit natuurlijk: ik schenk regelmatig belangstelling aan nog bestaande oude feest- en danszalen. Om te beginnen zijn er vandaag de dag niet zo heel veel intakte exemplaren over. En dan spreek ik in het algemeen voor de meeste landen waar ik de afgelopen tijd kwam, niet alleen voor België. Ergens, in de loop der tijd, ben ik dat ook normaal gaan vinden. Een dans- of feestzaal is een utilitaire ruimte, één die ergens toe dient en in sommige gevallen zelfs een economische functie heeft. Bovendien gaat het vaak om grote percelen grond die zich in het hart van een stad of dorp bevinden. Stelselmatig op plekken die vandaag economisch onder druk staan, bvb om bijkomende woonruimte te creëren. Wanneer de economische baten niet meer opwegen tegen het sociaal – culturele gebruik dat van zo’n ruimte wordt gemaakt, duurt het doorgaans niet lang of ze wordt gesloopt en vervangen door iets anders.

Dat gebeurde overigens al in de economische eeuw bij uitstek – de 19de eeuw – aan de lopende band. Een danszaal bestond toen vaak maar een jaar of 5 in de dezelfde vorm of met dezelfde eigenaars of onder dezelfde naam. De echt grote kaalslag van oude danszalen vond trouwens tijdens het interbellum plaats, toen de cinema de danszaal verdrong als populairste entertainment ruimte. Niet zelden werd daarbij het oude interieur compleet gesloopt om plaats te bieden aan meer zeteltjes en een groot wit projectiescherm. Om al die redenen vind je vandaag slechts heel zelden een intakte danszaal terug in stedelijk gebied en wel wat vaker in dorpen.

Zaal Cecilia is in die zin geen uitzondering. Toen ze in 1881 werd gebouwd bood ze onderdak aan een toneel- en een muziekvereniging Sint-Cecilia. Die bestond al veel langer, sinds 1839 naar verluidt, toen 42 Hoogstraatse notabelen en beoefenaars van vrije beroepen de Koninklijke Toonmaatschappij Sinte-Cecilia oprichtten. In 1851 kwam daar ook nog een toneelmaatschappij bij. Beide afdelingen mochten tot 1881 gebruik maken van de raadszaal van het stadhuis, toen enkele enge kerkvorsten het welletjes vonden en via hun politieke connecties de burgers de wacht lieten aanzeggen.

Sint_Cecilia_dansbalkon

Tot een paar jaar geleden bleef de oorspronkelijke toon- en toneelvereniging naarstig actief. En zoals ik hierboven al aangaf, is het, wanneer zulks gebeurt, daarna vaak afgelopen met een oude feestzaal. Zeker op een dergelijke plek in het Hoogstraten van vandaag. Maar niet zo in dit geval. Een groep vrijwilligers zorgde ervoor dat de zaal een nieuw leven ingeblazen kreeg. Bij deze dus een warme oproep: al wie een zaaltje met karakter wil huren in Hoogstraten, aarzel niet. Het is een unieke locatie met een heus bal-balkon boven de bar. Een beetje zoals in de Floreal in Herent die ik recent hier besprak. Er ligt bovendien een perfecte houten dansvloer die uitermate geschikt is voor het lichtere benenwerk.

Work in progress – oude berichten vertalen

2010_01_11_Bal_Variete_lauwers_copyright_

Deze blog bestaat ondertussen al een dikke vier jaar en in de loop der tijd verzamelt een mens zo wat van alles aan teksten. Vanaf dit jaar ben ik ook in het Engels beginnen bloggen en het was natuurlijk onmogelijk om vanaf dag 1 alle oude berichten in vertaling aan te bieden. Daarom nam ik me voor om nieuwe berichten, voor zo ver ze echt relevant zijn, telkens onmiddellijk te vertalen, maar ook af en toe oudere berichten aan te bieden.

Dat laatste vraag enig selectiewerk. Je vertaalt best eerst de berichten die al bewezen hebben dat ze bezoekers van deze site aanstaan. Het was in feite dus niet zo moeilijk om een keuze te maken: de populaire berichten waarvan ik vindt dat ze de tand des tijds goed hebben getrotseerd, genoten mijn voorkeur. Eén van de eerste reeks oude berichten waaraan ik dacht is de driedelige reeks ‘De geschiedenis van één bal’ van eind 2009 en begin 2010.

Bij het herlezen en vertalen heb ik dan ook maar meteen wat kleine slordigheidjes eruit gehaald. Voor wie het interesseert, geef ik hieronder nog eens de links weer. Tot nu toe is enkel het eerste deel en de inleiding helemaal opgekuist. Delen 2 en 3 volgen de komende weken.

Reeks: “De geschiedenis van één bal” (inleiding)

Reeks: “De geschiedenis van één bal” – Deel 1: Je vindt een balboekje


Reeks: “De geschiedenis van één bal” – Deel 2: Je vindt een danszaal

Reeks: “De geschiedenis van één bal” – Deel 3: Je vindt een ooggetuigenverslag

Reeks: “De geschiedenis van één bal” – Deel 4: Je vindt een organisator