Categorie: 20ste Eeuw

Zaal Marrant

Een tijdje geleden deed ik wat onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van de Corso in het Stadsarchief van Leuven. De bedoeling was om de bouwgeschiedenis van het pand na te gaan en zodoende de wortels van deze danszaal te ontdekken. Het was geen gemakkelijke klus omdat de huisnummers in Leuven voor WOI en tijdens het interbellum regelmatig veranderden. Dat had uiteraard met de grote bouwactiviteit voor 1914 en de brand van Leuven en de heropbouw die na 1918 volgde te maken, maar het maakt het niet gemakkelijker om de juiste dossiers op te vragen.

De Corso werd door Félix Marrant gebouwd in 1901 als danszaal, maar het pand werd zwaar beschadigd tijdens de brand van Leuven. In 1922 volgde dan heropbouw met een volledig nieuwe zaal. De rozetten die je vandaag nog in het plafond aantreft, net zoals de pilaren en de gaanderijen, zijn nog oorspronkelijke elementen. De plannen doen echter vermoeden dat de hele zaal betegeld was. Dat zal wel een prachtig zicht zijn geweest, maar wellicht een ramp voor de akoestiek. De zaal stond toen bekend als Salle Marrant.

Tijdens het interbellum neemt Julien Vandenhoeck de zaal van zijn schoonvader over en er is een vermoeden dat ze onder zijn bewind, minstens een tijdje onder de naam Alcazar werd uitgebaat. Ze was er zeker niet minder populair door, getuige de registratie van de danstaksen tussen 1 mei 1945 en 31 april 1946.

Pas na 1946 wordt de zaal bekend als Corso. Vanaf 1960 wordt ze overgenomen door Eugène Terclavers, nadat hij de zaal al sinds 1950 uitbaatte. Wat dus betekent dat de familie Marrant – Vandenhoeck – de oorspronkelijke eigenaars – in feite de zaal het langste in bezit hebben gehad. Over twee generaties heen bleef ze zowel in bezit en in uitbating tussen 1901 en 1950. Het zou me benieuwen of deze familie nog foto’s of familieverhalen zou hebben over die halve eeuw? Bij deze dus een warme oproep om contact op te nemen met Dans’ant vzw.

Wordt ongetwijfeld vervolgd…

Foto’s: Stadsarchief Leuven – dossiernummer in watermerk

Stereo Dancing Corso

Nogal wat Leuvenaars herinneren zich de goeie gouden dagen van Stereo Dancing Corso. Op zondag namiddag tussen vier uur en middernacht. Elke week een ander orkest van topkwaliteit. De Pebbles, Jess & James, The Rockets, André Van Duin. Wie nog niet allemaal. Vandaag kwam hier Charles Welis, de initiatiefnemer van Stereo Dancing Corso over de vloer. Wat een charme, wat een geheugen. Vanaf eind jaren ’50 tot begin jaren ’70 deed hij het allemaal zelf, samen met zijn vrouw. Naast zijn job bij de Stella. Leuven mag van geluk spreken dat Eugène Terclaver en hij elkaar vonden in dit voor die tijd vernieuwende concept. Tot de ruige jaren ’70 eraan kwamen en het allemaal een beetje te veel werd.


Wie herkent de jonge Mike Verdrengh, gitarist bij de Leuvense Ypsilons?


Aan de voorgevel prijkte deze neonreclame.

Archief Corso Theater naar Stadsarchief Leuven

Het Corso project levert inmiddels tientallen getuigenissen en verhalen op. Eén van de uitdagingen blijft echter het samenstellen van een complete tijdslijn. Verleden week ben ik daar alweer een stukje dichterbij gekomen. Daniël De Laet (van Radio Sinjaal o.a.) contacteerde me een aantal weken geleden over zijn periode als uitbater van Corso Theater.

De episode was mij tot nu toe onbekend, maar na de sluiting als dans- en concertzaal was het een tijdje stil in de Corso. In 1999 begon Daniël dan opnieuw, maar ditmaal als theater. Hij had immers goede ervaringen met volkstheater in enkele zaaltjes in de ruimtes achter de studio’s van Radio Sinjaal gevestigd in de voormalige Hungaria. Gedurende een jaar of vier draaide het Corso Theater op volle toeren met stukken als “Wie Slaapt Er Op de Bank”, “Die van Ons Heet Alfons”, “Mr. André in Soirée”, enz. Tal van Leuvense acteurs maakten er hun debuut en tourden met deze bezetting door Vlaanderen.

Daniël draagt nu zijn hele collectie affiches en administratie van het Corso Theater over aan Stadsarchief Leuven. Na erfgoeddag zal ondergetekende helpen om de inventaris van deze collectie rond te krijgen zodat het materiaal beschikbaar is voor toekomstige theaterwetenschappers. Uit eigen ervaring kan ik bevestigen dat een dergelijk compleet archief van een commerciële uitbater van een zaal als de Corso een grote zeldzaamheid is om aan te treffen in een goed beheerd Stadsarchief. Ik kan dit initiatief dus alleen maar toejuichen.

Letkis in de Corso

Gisteren op gesprek geweest bij de familie Terclaevers en natuurlijk thuisgekomen met een karrenvracht aan verhalen over de Corso. Om er slechts één te noemen: de dikke zuil in de inkom van de huidige kringwinkel is er gekomen omwille van de Letkis. Wie kent er nog de Letkis? Een dansje met telkens drie “hopjes” vooruit. Als je dat met een paar dozijn studenten tegelijk doet begeeft zelfs het sterkste balcon het na een tijdje.

Maar wat was nou die Letkis? Het blijkt dus een traditioneel Fins dansje te zijn, dat in een nieuw jasje gestoken rond 1963 Europa en de hele wereld veroverde. Het ging zelfs niet eens via een populaire film, maar gewoon omwille van de leuke “bunny hop” die iedereen blijkbaar geweldig vond.

Als u het zelf nog eens wil proberen, hierbij een duitse instructievideo. Het ziet er alllemaal heel Boombal-achtig uit.