Categorie: Dansvormen

Het verhaal achter de foto

Het komt niet zo vaak voor dat iemand herkend wordt op een foto van 50 jaar geleden. Facebook is een daarin soms behulpzaam, zoals weer eens is gebleken. Enkele dagen nadat ik bovenstaande foto uit het archief van Charles Welis postte, belde Justine Bijloos me enthousiast op. Zij bleek de dame in het witte kleedje op de foto.

De foto werd gemaakt naar aanleiding van een twistwedstrijd die tussen oud en nieuw 1961 – 1962 doorging in De Corso en die zij toen won. Ze won die samen met haar broer (rugnummer 15) die we hier op de foto, helemaal rechts herkennen aan de bar boven in de Corso.

Enkele dagen geleden mocht ik even langskomen om het “echte verhaal” te horen van Mevrouw Byloos. Zij bleek samen met haar broer de onbetwiste twistkampioene van Leuven en omstreken in die jaren. Ze wonnen verschillende wedstrijden, onder meer die van de het Drukkersbal van ’62 zoals deze medaille getuigt.

Broer en zus Byloos leerden thuis dansen van hun moeder die zelf heel getalenteerd was. Ze volgden nooit elders dansles. Hun stijl was apart omdat ze synchroon exact dezelfde bewegingen met armen en benen maakten. Niemand anders deed of kon dat en zo sprongen ze er toch telkens weer uit.

Fotomateriaal: Justine Byloos, Charles Welis

Letkis in de Corso

Gisteren op gesprek geweest bij de familie Terclaevers en natuurlijk thuisgekomen met een karrenvracht aan verhalen over de Corso. Om er slechts één te noemen: de dikke zuil in de inkom van de huidige kringwinkel is er gekomen omwille van de Letkis. Wie kent er nog de Letkis? Een dansje met telkens drie “hopjes” vooruit. Als je dat met een paar dozijn studenten tegelijk doet begeeft zelfs het sterkste balcon het na een tijdje.

Maar wat was nou die Letkis? Het blijkt dus een traditioneel Fins dansje te zijn, dat in een nieuw jasje gestoken rond 1963 Europa en de hele wereld veroverde. Het ging zelfs niet eens via een populaire film, maar gewoon omwille van de leuke “bunny hop” die iedereen blijkbaar geweldig vond.

Als u het zelf nog eens wil proberen, hierbij een duitse instructievideo. Het ziet er alllemaal heel Boombal-achtig uit.

Lindy hop in de Corso

Recent vernam ik dat dansen de Corso pas na de jaren ’60 pas echt een danszaal werd. Dat kan kloppen, alleen was er op de plek waar de Corso zich nu bevindt natuurlijk al veel langer een zaal waar vooral werd gedanst. Al vanaf 1902 om precies te zijn. Die oorspronkelijke versie werd in de brand van Leuven wellicht vernietigd, maar er verrees al gauw een nieuwe. Ook die geraakte niet onbeschadigd door de volgende wereldbrand om zich vervolgens als de Corso in ons collectief geheugen te nestelen. Het is zo één van die zaken die ik met dit project wil uitspitten: hoe zat het nu met die verschillende versies van de Scala, de Corso, enz.? Ik hoop dat ik ooit tot een soort heldere tijdslijn kan komen.

Dat brengt me meteen ook bij de titel van dit artikel. Want welke dansstijl past het beste bij deze zaal? Ik stel die vraag omdat ik op erfgoeddag toch graag opnieuw zou zien dansen in de zaal. Wie moet ik daar dan voor vragen? Want er is tegenwoordig voor elk wat wils op dat vlak: van tango tot buikdansen en alles daar tussenin. En stijl is alles als het om dansen gaat, dat weet ieder kind.

Wie deze blog een beetje kent, weet dat ik zelf een volksdansverleden heb met het Boombal. Bal Folk dansen zijn van oorsprong, ten minste voor een deel, gebaseerd op de versies van ballroom dansen van voor WO I, dus voor de eerste fase zat het zeker snor. Maar als ik kijk naar de rest van het verhaal, klopt dat natuurlijk veel minder. Een DJ met vinyl is dan eerder op zijn plaats. Grote dansjes, kleine dansjes, laat maar lekker draaien.

Tenslotte is de zaal vandaag natuurlijk ook een kringwinkel van SPIT en dat is natuurlijk retrochique ten top! Dan is de vraag: welke dansstijl associeert zich het meeste met retrochique vandaag? Wel dan is het antwoord heel simpel: lindy hop. Nu wil het toeval (hoewel dat niet bestaat) dat we in Leuven over een heel levendige lindy hop scène beschikken. Wekelijks gaan er danslessen door van Apollo Swing in De Appeltuin op woensdag en donderdag. Wie na de les nog niet is uitgedanst, kan terecht in Café Sport. Daar draaien de mannen van lindy hop in Leuven nog wat plaatjes en kun je ongestoord oefenen. Via Kristof Claes kom je te weten welke dagen (woensdag of donderdag) het door gaat.

Anyway: op erfgoeddag gaan we dus linyhoppen op vinyl. Met DJ Frankenstijn aan de draaitafels en jullie op de dansvloer. Be there!

WINTER ‘47 IN DE RUBENS – NIEUWE ENGELSE MODE – VOOR HET EERST JIVEN IN ANTWERPEN

NEW STYLE DANCING ARRIVES: THE INTRODUCTION OF THE JIVE INTO BRITISH DANCE HALLS, 1945 (D 23827) A couple at a British dance hall try out the new ‘jive’ steps, whilst the rest of the hall continue with ‘old-style’ ballroom dancing. Copyright: © IWM. Original Source: http://www.iwm.org.uk/collections/item/object/205195869

Af en toe wordt ik nog eens herinnerd aan onderzoek van vroeger. Meestal door een toevallige ontmoeting in een archief, op straat of op internet natuurlijk. Ik weet niet meer goed hoe, maar eerder toevallig raakte ik onlangs verzijld op de vernieuwde website van de Imperial War Museums in Engeland. Die Engelse websites van dergelijke instituten bezitten meestal over een vrij degelijke online collectie database. Ik hoe niemand meer te vertellen hoe zeer ik als onderzoeker verslaafd ben aan dergelijke zoekrobots. Normaal begint het – geheel onschuldig – met de zoekterm “dance” (“ball” heeft een dubbele betekenis in het Engels én het is een courante familienaam, dus redelijk onbruikbaar) om te zien of ze iets te bieden hebben. En waratje: 2114 resultaten deze keer. En bovendien, geheel “randomly ordered” drie fantastische zwart-witjes van “jivende” Britse jeugd anno 1945. De bijkomende commentaar is trouwens zeer verhelderend: “A couple at a British dance hall try out the new ‘jive’ steps, whilst the rest of the hall continue with ‘old-style’ ballroom dancing.” De opdrachtgever is dat misschien nog veel meer: het ministerie van oorlog wilde blijkbaar weten waarmee de jeugd zich zoal ledig hield aan het thuisfront. Subversieve dansen? Wie weet. Het zijn om verschillende redenen alleszins unieke beelden voor Europa. Hoe ik dat denk te weten? Opnieuw toeval.

NEW STYLE DANCING ARRIVES: THE INTRODUCTION OF THE JIVE INTO BRITISH DANCE HALLS, 1945 (D 23830) A couple at a British dance hall try out the new ‘jive’ steps, whilst the rest of the hall continue with ‘old-style’ ballroom dancing. Copyright: © IWM. Original Source: http://www.iwm.org.uk/collections/item/object/205201627

Het tweede toeval is namelijk dat ik inmiddels 12 jaar geleden startte met het dansant project in Antwerpen waaraan deze blog haar naam ontleent. Opdracht: in kaart brengen hoe het nu zat met “uit dansen gaan” in Antwerpen tussen 1760 en 1960. Een deel van die opdracht betrof een project mondelinge geschiedenis voor het OCMW Antwerpen en Erfgoedcel Antwerpen. We zouden ongeveer 100 Antwerpenaren, die verbleven in rust- en verzorgingstehuizen van het OCMW Antwerpen, interviewen over hun jeugdjaren op en rond de Antwerpse dansvloeren. Eén van de beoogde eindresultaten was een sociaal artistieke theatervoorstelling die door Bart Van Nuffelen van Marthatentatief zou worden ontwikkeld op basis van de interviews. Dat werd “Magic Palace – Heupen liegen niet” dat in Première ging in 2007 in “De Roma”.

Nu was één van mijn conclusies uit het onderzoek enerzijds dat fotografie van dansende koppels “in actie” pas vrij laat ontstaat. De voornaamste reden is technisch. Het was quasi onmogelijk om de timing van de meer draagbare flashlamp goed te synchroniseren met de sluiter van de camera. De flashlamp die na het magnesiumpoeder kwamen was veiliger en sneller vervangbaar en dus meer geschikt voor het typisch vluchtige reporterwerk. De flashlamp was namelijk “te traag” in zijn “flash” en moest dus een fractie van een seconde voor de sluiter opende al ontbranden. Dat lukte pas tegen het einde van de jaren ‘30 en dus vind je nauwelijks actiefotos uit dancings terug vóór die tijd. Ik vond er alleszins geen terug van vóór de jaren ‘60 de flash-fotografie commercieel tot in elke huiskamer bracht. Daarna heb je ieder familiealbum wel kiekjes van zatte nonkels en tantes aan den dans. Met dank aan de kodak “flashcubes”.

Ik vond dat wel jammer toen, destijds. Want één van mijn andere belangrijke conclusies was dat de rock & roll al vrij vlug in België voet aan wal kreeg en wel meer bepaald in Antwerpen. Maar foto’s of film hadden we daar niet over helaas. Er was echter een goede reden waarom Antwerpen toen pionierde. De haven van Antwerpen was nl. één van de weinige grotere havens in Noord-West Europa die nauwelijk oorlogsschade had opgelopen. Rotterdam was al platgebombardeerd in mei ‘40, Calais, Duinkerken enz. waren van de aardbodem verdwenen na de landing in Normandië en de Noord Duitse havens waren door de geallieerden zelf tot vervelendstoe gebombardeerd. Dus bouwden de Britten en de Amerikanen Top Hat op linkeroever uit tot het belangrijkste distributiecentrum voor “Marschall help” voor deze contreien. En zoals dat steeds gaat kwam de muziek en de dans mee met de soldaten en begon aan haar vredelievende zegentocht. Die Britse foto’s vullen dit verhaal natuurlijk prachtig aan: de tussenstop van de jive in Engeland vóór de oversteek naar Antwerpen.

NEW STYLE DANCING ARRIVES: THE INTRODUCTION OF THE JIVE INTO BRITISH DANCE HALLS, 1945 (D 23826) A couple at a British dance hall try out the new ‘jive’ steps, whilst the rest of the hall continue with ‘old-style’ ballroom dancing. Copyright: © IWM. Original Source: http://www.iwm.org.uk/collections/item/object/205201625

Het fijne van het dans’ant project was nu wel dat we ook ooggetuigen vonden die ons exact konden vertellen hoe dat was gebeurt. Wat volgt is een kort fragement van mijn originele verslag. Ik vind het na al die tijd best nog leesbaar. Aan u om er over te oordelen.

“Het basisrepertoire dat we vrijwel bij elke getuigen terugvonden bestond uit een ‘snelle dans’ , ‘nen trage’ en de tango. De snelle dans was meestal een quick step of een foxtrot, de trage dans was meestal een traag gespeelde wals of boston (een bepaald type trage wals). De tweede wereldoorlog vormde in menig opzicht een breuklijn en dat geldt zeker, maar in minder mate dan we ons hadden voorgesteld, voor het dansrepertoire. We zien eerder een geleidelijke evolutie met één nieuwe, maar wel erg spectaculaire dans: de jive. Hetzelfde basisrepertoire bleef met andere woorden ook na de oorlog behouden, alleen werden er na de tweede wereldoorlog minder trage dansen gespeeld en eiste het ‘Jiven’ de alleenheerschappij op over de snelle dansen. Of zoals Mathilde Vigoureux het plastisch verwoorde: ‘Als ge na den oorlog niet kont jiven, kont ge niet meer dansen’ . De ‘jive’ of ‘swing’ kwam overgewaaid uit Engeland en de Verenigde Staten van Amerika.

We beschikken trouwens over één prachtig ooggetuigenverslag over hoe ‘den jive’ hier door de Engelse en Amerikaanse soldaten kort na 1945 werd geïntroduceerd. Deze getuigenis houdt zowat de vinger aan de pols van de dansgeschiedenis. Josephina Verhaegen vertelt:

‘Het enigste dat we hier gezien hebben, dat was door ne Amerikaanse marinier met een Engels maske, die twee, gaven daar een demonstratie van rock&roll dat we nog nooit gezien hadden…en alleman ging den bak uit…en dat zijn we dan beginnen leren…dat was iets speciaal, dat hadden we nog nooit nie gezien, en die kosten der nogal weg mee…dat is ongelooflijk… dat was ook in oktober 47 in de Rubens, daar was een goed vloerke en dat schoof goed. En later in de gewoon volkscafés werd er gedanst en dan deden ze dat ook….’

Dat iedereen ‘den bak’ uitging was niet meer dan normaal. Dergelijke demonstraties van ‘goeie dansers’ kwamen regelmatig voor. Het getuigde dan ook van respect en bewondering om hen plaats te gunnen. Jan de Wel vertelt daarover heel plastisch over hoe dit soort spontaan entertainement verliep ‘wel zo iemand die was niet aangekondigd, die vloog den bak in ..en ineens ging alleman terug zitten en bewonderde die kerel…dat was niet georganiseerd.

Zelf ontmoette ik toevallig nog enkele oudere Antwerpenaren die mij vertelden hoe zij met hun partner telkens weer de bewondering van de omstanders opwekten wanneer ‘zij’ als koppel op de dansvloer aan een spontane Jive demonstratie begonnen. In beide mij bekende gevallen was één van de twee partners professioneel danser bij een ballet of een revue theater en oefenden ze de figuren met hun vaste partners thuis op voorhand in.

Alle getuigenissen van dergelijke demonstraties zijn echter te situeren in de periode na de tweede wereldoorlog. In de film Rock Around the Clock krijgen we een paar van dergelijke demonstraties trouwens mooi in beeld. En ook in één filmfragment uit het VRT archief geeft oud minister Marck een Jive demonstratie tijdens een bal van de de Burgemeester (Zie VRT Filmarchief, Ref. NSJ 19531210.7) Opvallend feit: iedereen staat erbij en kijkt ernaar. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het een vrij typisch fenomeen is voor de jive en de rock & roll cultuur dat voordien niet echt bestond. Het wijst in zekere zin op een trendbreuk: alleen geoefende, perfecte dansers, kunnen nog mee. De rest is veroordeeld tot bewonderend toekijken. De scène verplaatst zich langzamerhand naar de dansvloer waardoor het spontane sociale gebeuren langzaam wordt teruggedrongen of ingeperkt. Eerder noemde ik de Rock & Roll om die reden de zwanenzang van de sociale danscultuur. Dergelijke verschuivingen van ‘spontaan deelnemen’ naar ‘bewonderend toekijken’ illustreren dit.

BEELDGEBRUIK

https://photography.tutsplus.com/articles/a-brief-history-of-photographic-flash–photo-4249