Categorie: Historische kledij en mode

Reisdagboek van een danshistoricus – Deel 5

Helsingor_Wandtapijt_001

Gezien het belang van bals en de danszaal in Helsingor, blijf ik voor één aflevering nog in het befaamde kasteel. Want wat zag mijn lodderig oog enkele koninklijke slaapkamers verder? Bovenstaand wandtapijt is een 18de eeuwse Franse creatie en toont een toneel scène met een koorddansers, enkele exotische dieren en een Scaramouche achtige figuur. Mijn goede vriend google trof hetzelfde wandtapijt en verschijdene verwante tapijten aan eveneens uit Kronborg. Ze zouden van de hand van Jean Behagle zijn geweest. Ofwel bestaat er verwarring tussen de voornamen, ofwel is hij de in Frankrijk gebleven zoon van Filip Behagel, een oudenaardse tapijtwever die op het einde van de 17de eeuw in de Beauvais een atelier stichtte wegens zijn uitstekende contacten aan het hof van Louis XIV.

Het toeval wil nu dat ik momenteel het razend interessante doctoraat van Timothy De Paepe aan het doornemen ben. Ik ben net in het deel aanbeland waar hij het uitgebreid heeft over het spanningsveld tussen volks theater en Opera instellingen. Foortheater en Opera bleken niet goed te mixen in het Antwerpen de eerste helft van de 18de eeuw. Gescheiden circuits zoals dat heet. Deze voorstelling, die toch ook voor een kasteel was bedoeld en er nog steeds hangt, doet me daar toch weer even aan twijfelen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Deel 4: Je vindt een organisator

SAA_MA#1099_1861_bewerkt

Ons bal van 20/08/1861 vond plaats ter gelegenheid van de Kunstfeesten van dat jaar en werd ‘aangeboden’ door de Stad Antwerpen. Het verbaast daarom ook niet dat er zich in het Stadsarchief van Antwerpen informatie bevond die verband hield met de organisatie van het feest. Met name het archieffonds MA#1099 dat alle informatie over de gemeentefeesten bevat, netjes geklasseerd per jaar, bleek een interessante bron. Zo bleek er een heuse commissie te zijn samengeroepen die het bal moest organiseren. De leden van deze commissie waren:

  • Président: M. O. Günther
  • Secrétaire : M. A de Boe
  • Membres : C.H. Schäfer, G. Guffens, J. Jorsen G. D’Hanis, G. Pauwels, H. De Vries.
  • Note: les membres de cette commission porteront comme signe distinctif un nœud bleu & blanc.

Verdere nota’s of rekeningen over de gehele organisatie ontbreken helaas, waardoor het onmogelijk is om meer in detail te kunnen vertellen over de gang van zaken en de bekommernissen van deze heren. Het laatste zinnetje echter, geeft aan dat de leden wellicht ook een functie hadden tijdens het bal zelf. Welke functie dat was weten we uiteraard niet voor 100% zeker, maar het zou ons niet verbazen indien dit niet de fameuze balcommissarissen zouden zijn. Een balcommissaris was de noodzakelijke ‘go between’ tussen de dansers en de orkestleider.

Aangezien het orkest enkele meters boven de dansvloer stond opgesteld moest er iemand praktisch gesproken voor zorgen dat er een signaal vertrok van op de dansvloer naar boven dat de dansers klaar stonden voor de dans. Dit was vooral van belang bij de quadrilles waar er in formatie werd gedanst, maar ook bij walsen en polka’s vertrok men graag gelijk met de muziek en allemaal te samen.

Om dit plaatje helemaal te doen kloppen liet de arrangeur van dansmuziek de echte start van de muziek, steeds vooraf gaan door een ‘openingszin’ die de dansers alvast vertrouwd maakte met de stemming en het ritme van de dans die volgde. Wie de walsen van Strauss kent, is vertrouwd met dit fenomeen, maar je zult het ook altijd aantreffen bij andere dansmuziek uit dezelfde periode.

Om de balcommissarissen herkenbaar te maken droegen zij dus een zeer zichtbaar insigne. Het merkwaardigste van al is natuurlijk dat een paar van deze wit-blauwe knopen waarover sprake ook werkelijk werden bewaard. (Met dank aan het Stadsarchief Antwerpen, MA#3158)

Beeldgebruik: Stadsarchief Antwerpen

Reeks: “De geschiedenis van één bal”

Sommige mensen vragen mij wel eens hoe je iets terugvindt over bals uit het verleden. De komende weken zal op deze blog een reeks verschijnen waarbij ik via een case study zo veel mogelijk verbanden zal trachten te leggen tussen verschillende bronnen die over bals bestaan. Ik ga dieper in zowel op een geïsoleerde bron zoals het balboekje, als op de meer systematische, administratieve bronnen die vaak onthutsend veel informatie bevatten.

Concreet gaat het om een Bal dat op 20 augustus 1861 plaatsvond in de Antwerpse Variété Schouwburg aan het Mechelse Plein. De gelegenheid waarom dit bal plaatsvond, waren de kunstfeesten die dat jaar bijzonder uitbundig werden gevierd met allerhande festiviteiten in de hele stad. Ik kwam de onverhoopt rijke bronnen over dit bal in de loop der jaren eerder bij toeval op het spoor. Door systematisch archieffoto’s te nemen van alle stukken uit de dossiers in diverse archieven en door deze achteraf systematisch te inventariseren en te klasseren, ontstonden bijna als vanzelf verbanden.

De hulp van software zoals Copernic Desktop Search, die geïndexeerd zoeken op tekst mogelijk maken, was daarbij cruciaal. Dergelijke programma’s zoeken immers over de bestanden en teksten heen in alle documenten op de harde schijf van je computer. En plots, na vele jaren, duikt Copernic dan voor jou verborgen verbanden op die je met je gewone mensengeheugen nooit had gelegd. Een beetje zoals de Pensieve uit Harry Potter als het ware. Zo ontstaan door automatisatie van het zoekproces mooie, straffe of zelfs ontroerende verhalen over bals uit vervlogen tijden, zoals dit ene uit 1861.

Hier vind je alle delen van deze reeks terug:

Reeks: “De geschiedenis van één bal” (inleiding)

Reeks: “De geschiedenis van één bal” – Deel 1: Je vindt een balboekje


Reeks: “De geschiedenis van één bal” – Deel 2: Je vindt een danszaal

Reeks: “De geschiedenis van één bal” – Deel 3: Je vindt een ooggetuigenverslag

Reeks: “De geschiedenis van één bal” – Deel 4: Je vindt een organisator

Cake Walk postkaarten

postkaarten_5_det-rs

Ze vormen een genre apart waaraan elke onderzoeker naar sociale danscultuur en variété zich vergaapt. Je ziet doorgaans twee artiesten afgebeeld die elkaars rare pasjes of houdingen imiteren. Je vindt ze ongeveer overal in Europa terug vanaf het einde van de 19de eeuw. Wie er zich aan wil wagen: ga eens naar een ruilbeurs voor oude ansichtkaarten en oogst.

Volgens dit uitstekende wikipedia artikel ontstond de dans rond 1870 als entertainment op amerikaanse plantages. De plantageeigenaars lieten hun zwarte slaven een avond dansen voor een jury. De grappigste danser kreeg dan een cake als prijs, vandaar ook de naam. Later waaide de dansstijl over naar ministrel shows en vandaaruit veroverde de dans ook de Europese danspaleizen en variététheaters.

Ten tijde van mijn onderzoek voor het nieuwe Museum Vleeshuis vond ik zelfs een aantal Antwerpse kaarten terug, die vandaag in de permanente opstelling te bewonderen zijn. Via deze website kwam ik recent nog een paar authentieke Amerikaanse postkaarten en wat kundige commentaar. En als je op youtube zoekt kom je een paar authentieke cakewalk filmpjes tegen van 1908 – 1910.