Ze vormen een genre apart waaraan elke onderzoeker naar sociale danscultuur en variété zich vergaapt. Je ziet doorgaans twee artiesten afgebeeld die elkaars rare pasjes of houdingen imiteren. Je vindt ze ongeveer overal in Europa terug vanaf het einde van de 19de eeuw. Wie er zich aan wil wagen: ga eens naar een ruilbeurs voor oude ansichtkaarten en oogst.
Volgens dit uitstekende wikipedia artikel ontstond de dans rond 1870 als entertainment op amerikaanse plantages. De plantageeigenaars lieten hun zwarte slaven een avond dansen voor een jury. De grappigste danser kreeg dan een cake als prijs, vandaar ook de naam. Later waaide de dansstijl over naar ministrel shows en vandaaruit veroverde de dans ook de Europese danspaleizen en variététheaters.
Ten tijde van mijn onderzoek voor het nieuwe Museum Vleeshuis vond ik zelfs een aantal Antwerpse kaarten terug, die vandaag in de permanente opstelling te bewonderen zijn. Via deze website kwam ik recent nog een paar authentieke Amerikaanse postkaarten en wat kundige commentaar. En als je op youtube zoekt kom je een paar authentieke cakewalk filmpjes tegen van 1908 – 1910.