Categorie: 19de Eeuw

Moors danspaleis in Brussel?

Sint_Gilles_18_003

Wie regelmatig naar folkbals gaat, kent wellicht de maandelijkse Quiemada’s die in het Volkshuis van Sint-Gilles worden georganiseerd door Muziekpublique en Frisse Folk. Het balzaaltje in de nok van het gebouw is heel mooi gerenoveerd, maar heeft soms last van overhitting wanneer het bal goed op gang is. Meestal is het er ook nogal krap wegens de uitstekende programmatie en de leuke Brusselse sfeer.

Maar misschien heb ik bij deze een alternatief gevonden voor deze kleine ongemakken. Recht tegenover de deur van het Volkshuis ligt namelijk nog een andere authentieke balzaal in Moorse stijl van Bouwmeester Guillaume Segers uit 1905. De zaal is zo uniek, dat ze in 1997 bij ministerieel besluit werd beschermd. Helaas is ze ook wat vervallen en blijft de restauratie voorlopig uit. Maar zoals dat wel vaker gaat: misschien is precies het organiseren van een bal in zo’n zaal de sleutel om dit dossier te ontsluiten en weer onder de aandacht te brengen. Ondertussen kunt alvast genieten van deze interieurfoto.

Sint_Gilles_18_001

Ondertussen in Enschede…

Enschede_002

Toen ik een paar weken geleden de 2de straalschijf van folkgroep Embrun in handen kreeg, werd mijn aandacht getrokken door de foto’s aan de binnenkant van de CD hoes. Die bleken allemaal genomen tijdens een optreden in het Nederlandse Enschede. De impressies van dat concert moeten de jongens van Embrun bijgebleven zijn, want de volledige fotoschoot van de Cd is eraan gewijd.

Ik kan me dat levendig voorstellen. Een intakt interieur van een echte oude danszaal van ca 1890 kom je niet elke dag meer tegen vandaag de dag. Ze worden namelijk meestal gesloopt voor je er erg in hebt. Het was bovendien één van de laatste optredens in de oude danszaal van de oude schouwburg van Enschede. Helaas, kan ik nu wel zeggen. Als ik dit artikel mag geloven zou het interieur van deze zaal plaats moeten ruimen voor één of ander virtueel kenniscentrum. En ik die dacht dat men in Nederland veel intelligenter met hun erfgoed omsprongen.

Zoals hieruit blijkt, vertonen onze beleidsmakers blijkbaar dezelfde blinde vlek. Je kunt zelfs beter spreken van een gebrek aan visie op stedelijke centra in het algemeen. Men klaagt voortdurend dat onze binnensteden geen bruisend leven meer hebben na de kantooruren. Maar tegelijkertijd sluit men wel die laatste zaaltjes waar het gezellig toeven is bij goede, niet te luide muziek die niemand stoort. Waar een publiek met de fiets, het openbaar vervoer of te voet naar toe kan. Waar een vreedzame coëxistentie mogelijk is tussen bewoning, muziek en locale economie. Men zou misschien soms wat kleinschaliger moeten leren denken. Of laat ze eens hier in Antwerpen naar De Roma of in Sint – Niklaas naar De Casino komen kijken voor inspiratie.

Na enkele weken radiostilte…

Sophiensaele_Wien_achtergrond

Neem ik vol goeie moed de taak om voor deze blog elke week iets te maken weer op. Er zullen, gezien het lange genezingporces dat mij te wachten staat, gaten vallen, dat weet ik, maar toch ga ik er voor. Deze keer wil ik uw aandacht vestigen op de foto die boven deze blog prijkt. U ziet een krammikelige piano en een bankje staan in een nogal onwezenlijk landschap, dat, bij nader inzicht een ruïne blijkt te zijn.

Het beeld is om diverse redenen niet toevallig gekozen. Om te beginnen is het een detail van een anoniem Sofiënsaal in Wenen. Deze wereldberoemde danszaal was het toneel van heel wat historische bals en platenopnamen (o.a. Weense Walsen o.l.v. Von Karajan (voor Deutsche Gammophon), op 16 augustus 2001 brandde het gevaarte af.

Nu is het voor erfgoed gebruikelijk om in min of meerdere mate in staat van verval te verkeren. In dit geval is het echter het verval dat haast deel begint uit te maken van het erfgoed. Typisch Weens en een beetje decadent zou je kunnen zeggen. Er is ondertussen zelfs een soort ‘reddingsgenootschap om de ruïne te redden’ in het leven geroepen.

Merkwaardig om weten is het feit dat deze balzaal in feite ook een zwembad was. In de zomer kon men er zwemmen (de piano staat dus in feite op de bodem van een badkuip) en in de winter, wanneer het te duur werd om het zwemwater op te warmen, legde men een zwevende houten dansvloer aan boven op het zwembad. Naar het schijnt gaf de holle kuip een extra akoestische dimensie aan het dansen…

Update 16/07/2014: het beeld bovenaan dit artikel prijkte vroeger als een soort ‘header’ boven mijn oude blog

Polkamanie te Gent

Polkamanie

Toen ik laatst in het universiteitsbibliotheek van Gent rondsnuisterde, trof ik op de CATFISH databank een interessante titel aan van een nog interessanter personnage. Niemand minder dan Prudens van Duyse bleek namelijk in 1845 reeds (polkakenners fronsen nu reeds de wenkbrauwen) een schertslied te hebben geschreven op de Polkamanie.

Prudens van Duysse kenners dan weer, zullen op hun beurt uiteraard niet verbaasd zijn te vernemen, dat het om een anti Frans lied gaat. Vlaamse Volksdansers daarentegen, zullen van verbazing van hun stoel vallen, wanneer in dit lied hun heilige, traditionele en toch wel zeer Vlaamse Polka, wordt verketterd als een nieuwerwetse Franse mode, louter en alleen bedoeld om het Vlaamse volk naar Franse pijpen te laten dansen.

De illustratie in bijlage is een karikatuur van Charles Vernier uit 1844, het jaar dat de Polkamanie losbarstte. Een ‘commissaire de bal’ berispt de jonge man als volgt: “Jeune homme! . . dites donc, jeune homme! . . vous dansez-là une danse aussi incoherente qu’incompatible avec les autorités constitutionnelles de votre patrie!” Waarop de jonge man gevat antwoordt: “Sergent de ville . . . vous m’affligez . . . vous voyez bien que nous polkons! . .”.

Het was dus overal hetzelfde liedje. Daarom wil ik u ook de tekst van Van Duyse niet geheel onthouden:

De Polka te Gent – Prudens Van Duyse

Stemme: On doit soixante mille francs

1. De Polka! roepen allen thans:
De duivel hael den nieuwen dans
Met heel- en halfverfranschten!
Of is ‘ t niet genoeg, dat wij,
In ongeneesbare razerny
Naer Fransche Pijpen dansten.

2. Wij leerden, dwazen dat we zijn
Het weven, ’t schilderen in ’t fijn
Het drukken aen de Franschen;
En zij, vol geest en vol fatsoen,
Die ’t water zelve schuimen doen,
Wat leerden zij ons?… Dansen!

3. Dat zij ons kleeden, wel, zeer wel,
Na ’t Fransche revolutiespel
Ons deed in ’t hemde loopen;
Maer dansen, met den blok aen ’t been.
Dat waer’ te sterk: neen, duizenmael, neen!
Dat waer’ te laeg gekropen.

Enz. enz.