Een belabberd fort Napoleon, een openlucht tentoonstelling en een clarinet. En hij denkt bij zichzelf. Wat een worderlijke wereld toch! Hoe is het mogelijk, beste vrienden, dat men op één namiddag zoveel puzzelstukken een plaats ziet vallen, enkel door te slenteren.
Het eerste puzzelstuk viel niet meteen op zijn plaats, dat moet gezegd. Maar niet getalmd, even later lag het onwrikbaar op zijn plaats, alsof het altijd daar had gelegen. Fort Napoleon. In één (korte) zin: witte muren, cijfers en luisterspelen-verpakt-in-smartfoon (of hoe heten die dingen ook al weer? Ah, juist. Audioguide!) ZONDER hoofdtelefoon. Om gek van te worden. Technologie zal nooit witte muren of een zwak verhaal compenseren of omtoveren tot een topattractie. Bovendien is een telefoon die luidkeels op speaker op maximaal volume blèèèrt nu niet bepaalt wat ik als aangenaam ervaar op een zaterdag ochtend. Doe dat idee maal slechts een handvol bezoekers en het wordt al snel onleefbaar. Galmende akoestiek. Het is een oud fort uit baksteen godbeterd! Gouden raad van Tante Dansant. Blijf weg uit Fort Napoleon! Er is niets te zien, er is niets te lezen, er is zelfs geen plannetje waarop de kortste weg naar de uitgang staat. Althans geen dat je meekrijgt. Driewerf helaas!
Het tweede puzzelstukje was echter wel een voltreffer. De pas gestarte erfgoedcel Kusterfgoed had een selectie van reclame posters in uitvergrootte prints opgehangen in de Venitiaanse Gallerijen. Formidabele reeks. Je struint er voorbij en droomt weg. Welke periode zou deze nou zijn? Uit welk archief zouden ze deze nou vandaan hebben getoverd? Enfin, alle begin is moeilijk, maar het was en is wel heel mooi en romantisch en zo. Bovendien gaat het ook af en toe ook over dansen. Zoals deze die een Cortège Historique (ofte historische stoet) aankondigt in het wonderjaar 1905. Thema: De Voorvaderlijke Dansen. Helemaal week, wordt een danshistoricus daarvan.
Welke dansen men als voorvaderlijk beschouwde, weet ik (nog) niet (al heb ik wel een idee). Maar ik wed dat ik ooit wel eens in het Oostendse Stadsarchief zal aanbelanden om dat uit te spitten. 1905 is immers het roemruchte jaar dat België zijn 75ste jaar als onafhankelijke staat vierde. Hetzelfde magische jaar dat in Brussel een reeks doelzakken uit het atelier van Victor-Emanuel Mahillon mee toeterden in een andere legendarische optocht. U voelt ‘m al komen: 1905 het geboortejaar van de dansgeschiedenis op Belgische bodem. Te mooi om te laten liggen, noem ik dat.
Maar het mooiste moest nog komen. Ik wandelde eveneens het James Ensor huis binnen. En zoals steeds werd mijn blik getrokken door de eerste vitrinekast in de hal: een viool, een clarinet en een piccolo. Echter, niet zo maar een clarinet en piccolo. De clarinet is een 5 kleppige Keller Frères van ca 1805. De piccolo is minder duidelijk, maar aangezien deze 1 klepje voor de pink positie (rechter hand) bezit, is het vrij waarschijnlijk een instrument uit dezelfde periode. Hypothese. Als deze instrumenten nu eens te maken zouden hebben met het Fort Napoleon?
Omdat er daar wel degelijk legermuzikanten gelegerd waren natuurlijk. En niet zo eventjes na 1810 toen het af was, maar al veel langer daarvoor. Napoleon ontwikkelde zijn Grand Armée immers o.a. aan onze kusten en er zaten dus vanaf 1803 ettelijke 10.000den soldaatjes tussen Oostende, Brugge, Veurne en Knokke in kampementen. En dat tot 1815. Er gebeurde geen bal, dus hadden ze massa’s tijd om te oefenen. Het enige wat ze een tijdje deden was zich een beetje voorbereiden op een invasie van Engeland die er nooit kwam. En vervolgens wachten op een invasie uit Engeland. En toen die er kwam, was het al lang te laat om er nog iets tegen te doen. Dus amuseerden ze zich maar in de tussentijd. Met muziek en dans. Evident eigenlijk. Culturele transfers. Iemand?