Toen ik zo’n 10 jaar gelden begon met onderzoek naar danscultuur, bevond de wetenschappelijke wereld zich nog grotendeels in het pre-digitale tijdperk. Online databanken die je ongestoord kon doorzoeken waren er al wel, maar niet zo heel veel. Het was bovendien hoofdzakelijk een buitenlands fenomeen. Noch het Belgische Rijksarchief, noch de Nationale Bibliotheek Albertina beschikten over een degelijk zoeksysteem dat ook buiten de muren raadpleegbaar was. Veel andere instellingen werkten nog met gedrukte of gestencylde catalogi en een enkele instelling was nog gebaseerd op een steekkaartensysteem.
Een tweede mijlpaal was de beschikbaarheid van betaalbare digitale pocketcamera’s. Mijn eerste digitale camera was een Fujifilm Finepix A310. Ik schat dat ik er rond de 12000 archieffoto’s mee maakte en de kwaliteit was uitstekend. Enige nadeel was de beperkte lichtsterkte van de sensor, waardoor je boven de ISO 200 niet echt veel kon beginnen met de werkfoto’s wegens te veel ruis. Maar het naakte feit dat je vanuit één hand uren aan een stuk door kon werken (herlaadbare AA baterijtjes + 1 GB sDX kaartje !) in een archief was revolutionair. Het beperkte je archiefwerk tot enkele dagen, waarna je aan de klassering en transcriptie van je digitale collectie kon beginnen. Op een laptop, dat spreekt, waardoor alle beperkingen inzake werkplekken ineens vervielen. Het aantal Eureka momenten dat ik op werkend op de trein mocht beleven, zijn welhaast niet te tellen.
Ondertussen is de wereld voor wetenschappers drastisch versneld en verbeterd. Het aantal online databanken is ondertussen fenomenaal toegenomen en de kwaliteit van de pocket camera’s is onwaarschijnlijk verbeterd. Mijn huidige Fujifilm X10 is een optisch pareltje dat zelfs in moeilijke lichtomstandigheden prachtige resultaten oplevert. De opslag capaciteit van opslagmedia zoals DX kaartjes, of harde schijven is geëxplodeerd, back-ups zetten we in de cloud. Het is een droom en een voorrecht om vandaag onderzoek te mogen doen.
Eén van de zeer belangrijke bijdragen tot wetenschappelijk onderzoek, die minder bekend zijn bij het bredere publiek wordt overigens geleverd door een aantal actoren die bronnen integraal online zet. Hele massa’s archieven, primaire en secundaire bronnen staan tegenwoordig online te blinken. Ik geef hier slechts enkele voorbeelden mee die ik wel vaker gebruik:
– Google Books: je kunt er enorm veel vroege drukken integraal terugvinden en soms (niet altijd) zijn ze ook volledig ge’OCR’d(OCR = Optical Character Reading) waardoor je ze woordelijk kunt doorzoeken.
– Archive.org: Amerikaanse non-profit organisatie die wereldwijd primaire bronnen digitaliseerd en integraal online zet. Ben je op zoek naar handgeschreven partituren, dan is dit één van eerste plekken om te starten. Ik wil bij deze nog eens het Brussels Ballet Score Project van David A. Day onder de aandacht brengen. David is de bibliothecaris van de Bringham Young University in UTAH (V.S.) en hij zorgt er samen met een legertje vrijwilligers voor dat hele reeksen primaire bronnen voor de studie van het 18de een 19de eeuwse Europese ballet online verschijnen. Zijn project samen met het Brusselse en Antwerpse Conservatorium en het Brusselse Stadsarchief is voor onze regio één van de meest tot de verbeelding sprekende voorbeelden.
Voor nog meer materiaal van Europese oorsprong verwijs ik graag naar zijn hoofdpagina.
– Library of Congress: is altijd een pionier geweest van het online zetten van belangrijk bronnenmateriaal. Hun initiatief ‘An America Ballroom Companion’ staat al meer dan een decennium online en biedt naast historische dansbeschrijvingen ook zeer goed uitgewerkte reconstructies van historische dans (videosectie).
– Gallica.fr: het Franse tegengas tegen de hegemonie van google. Nationale bibliotheek van Frankrijk zet gewoon zijn eigen topstukken online en doet dat heel goed. Zouden ze in België ook eens aan moeten denken. Geweldige zoekmachine ook.
– The Full English: een andere benadering, maar meer vanuit privéhoek is The Full English, waarbij een aantal privé-bibliotheken (met overheidssteun wel te verstaan) samen hun bronnenarsenaal online zetten. Een beetje een vreemde eend in de bijt dit initiatief, omdat het uitgaat van materiaal dat door onderzoekers van de English Folk Revival, te beginnen met Cecil Sharp, werd verzameld. Maar het gaat uiteraard gewoon over historisch bronnenmateriaal dat interessant kan zijn voor onderzoekers die met sociale dansgeschiedenis bezig zijn zoals u en ik.
Maar in dit woud van verwijzingen en massa’s documenten zou een sterveling natuurlijk danig de weg kunnen kwijt raken. Daarom zijn een aantal intelligente bollebozen aan de slag gegaan om overzichtelijke selecties van dit materiaal online te zetten. Ik vernoem er maar twee, omdat ik niet de tijd heb genomen om er meer bij elkaar te zoeken. Er zijn er wellicht nog veel meer te vinden ondertussen. Mocht u er nog vinden: geef het door, dan voeg ik ze hieronder toe
– Regency Dances: een zeer lezenswaardige reeks artikels over regency dancing mét bronnenverwijzingen allerhand.
– Library of Dance: recent initiatief van twee Amerikaanse dansleraars met een goede neus voor online volledig gedigitaliseerde bronnen.
Wordt ongetwijfeld vervolgd…